350 29- 37 45- 53 *(&6-Q)*k. 692^ Fig. 2 Voor zover de aarde als een plat vlak kan worden beschouwd, is dit vlak hyperbolisch patroon algemeen gedefinieerd door de rechthoekige coördinaten Xm, Ym en Xsi, Ysi in een cartesiaans terrestrisch coördinatenstelsel en door de constanten l en k, terwijl de specifieke definiëring ontstaat door de keuze van de reeks discrete waarden voor L, bijv. volgens gehele aantallen van een interval AL. De opgave luidt dit patroon op een zekere schaal in kaart te brengen. Maar men heeft telkens slechts nodig het gedeelte, dat op een bepaald kaartblad zal voorkomen. De ligging van het op dit blad af te beelden gebied moet dus eveneens worden gedefinieerd. Men zou de X- en Y-coördinaten van de hoekpunten van dit gebied kunnen geven, maar vormt dit een rechthoek, dan kan worden volstaan met de lengte en breedte van deze rechthoek, met de X- en de Y-coördinaat van één hoekpunt en met het azimut van één van de zijden. In fig. 2 is een hyperbolisch patroon getekend en komt de be grenzing van het op een kaartblad voor te stellen gedeelte tot

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 12