370 van de horizontale bogen, om de verticale kromming te bepalen. 3. De getabuleerde coördinaten van de hoekpunten van iedere laag in ieder blok ten opzichte van de as van de dam. Deze gegevens kunnen niet zonder meer door de landmeter worden gebruikt voor het uitzetten. Hiertoe moet eerst per laag een centraal punt worden berekend in het coördinatensysteem van de triangulatie, en vandaar uit met richting en afstand de hoek punten van het blok en zoveel tussenpunten als nodig zijn om de juiste plaatsing van de bekisting te verkrijgen. Dit is een enorm gereken, waarbij transformaties moeten worden toegepast. Het centrale punt van een laag in een blok wordt uitgezet óf door voorwaartse snijding vanuit twee triangulatiepunten, óf door achterwaartse snijding, waarbij de landmeter via een benaderd punt de juiste opstelling vindt. De blokken worden om het andere gestort, zodat bij een dam in opbouw een patroon gezien wordt als in fig. 5 is aangegeven. Fig- 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 32