37i Op de deformatiemetingen, die reeds aanvangen als de bouw van de dam in het laatste stadium is gekomen, en regelmatig plaats vinden nadat het bouwwerk in vol bedrijf is genomen, zal hier niet diep worden ingegaan. De absolute horizontale verplaatsing van de dam en de defor maties in het damlichaam zelf worden meestal door middel van een triangulatie gemeten. Hiermee wordt de positie van een aantal vaste punten in de directe omgeving van de dam in meetkundig verband gebracht met een aantal referentiepunten buiten de drukzone van de dam. Vanuit de eerstgenoemde punten snijdt men een aantal bouten, die op regelmatige afstanden in de dam- wand zijn aangebracht, voorwaarts in (zie fig. 6). De verplaatsing en deformaties kunnen worden afgeleid uit de verschillen van de uitkomsten van twee metingen die met een bepaald tijdsinterval zijn uitgevoerd. De verticale bewegingen worden met een nauwkeurigheidswater passing gemeten. De horizontale deformaties kunnen bij sommige dammen tot ca. 5 cm oplopen. Fig. 7 toont een ruimtelijk model van een machinehal. U begrijpt dat alleen over dit onderdeel uren kunnen worden gevuld met besprekingen over het uitzetten en meten. De assen van de inlaten (5) bij voorbeeld zijn ruimtekrommen op het oppervlak van een verticale elliptische cylinder. Verder zijn er twee ingangen waardoor men met een veelhoek naar binnen kon nl. bij (9) en de kabeltunnel. De rest moest geëxtrapoleerd worden. MEASUREMENT OF SMALL DISPLACEMENTS crest i n Fig. 6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 33