Ir. J. C. DE MUNCK,
Aantekeningen over het symposium over refractie,
gehouden te Wenen op 15 en 16 maart 1967
Het symposium werd samen met het symposium over vormbe
paling van de aarde gehouden onder auspiciën van de Association
Internationale Géodésique, sectie V (fysische geodesie).
Refractie werd opgevat in zeer ruime zin: alle verschijnselen
die verband houden met de (variaties van de) brekingsindex van de
lucht, voor licht en voor radiogolven, zowel in verband met
richtingsmeting als voor elektronische afstandmeting. Bij de
behandelde stof kwamen de volgende aspecten naar voren
1. Het bepalen of elimineren van de refractie met behulp van de
dispersie (kleurschifting) van de atmosfeer.
2. Toepassingen van lasers.
3. Elektronische afstandmeting met radiogolven.
4. Astronomische refractie en kunstmaan-refractie.
5. Metingen van de brekingsindex en van de variaties daarvan
met tijd en plaats.
6. Berekeningen.
Opvallend was dat de dwarsrefractie niet ter sprake is gekomen.
i. Dispersie
a. Zoals nader beschreven wordt in aanhangsel A, is het mogelijk
om de refractiehoek r te bepalen uit de meting van het verschil in
de richting Ar naar één punt op twee verschillende golflengtes
(zie figuur).
E. Tengström [I] ontwikkelde een instrumentje dat vóór een
theodoliet kan worden geplaatst, en waarmee verticale hoeken op
0,75" nauwkeurig zouden kunnen worden bepaald door het ver-
schilhoekje Ar op o,oi" nauwkeurig te meten.
In [i], blz. 82, wordt dezelfde verhouding 1/75 gegeven voor
golflengtes van o,68p. (rood) en 0,47^ (blauw).
b. Bij elektroöptische afstandmeting kan men uit een verschil-
meting op twee golflengtes de gemiddelde brekingsindex langs de
Wetenschappelijk hoofdmedewerker aan het Laboratorium voor Geodesie
van de Technische Hogeschool te Delft:
blauw
V777777777777777777TX
Fig. i. De invloed van de golflengte op de refractie.