37§ Nederlandse Landmeetkundige Federatie Beknopt verslag van de Hoofdbestuursvergadering gehouden op 27 september 1967 te Utrecht. Afwezig met kennisgeving: Prof. A. Kruidhof, Ir. W. Langeraar en Ir. H. W. Rentema. Het verslag van de vergadering d.d. 24 april 1967 wordt goedgekeurd. De Voorzitter brengt verslag uit van de vergadering van het Comité Perma nent van de F.I.G. in Ottawa. Door de algemeen secretaris is een beroep gedaan op de leden, te streven naar een zo breed mogelijke vertegenwoordi ging in de F.I.G. van de verschillende vakgebieden die niet specifiek land meetkundig zijn, zoals stadsontwikkeling, grondbeheer en grondtaxatie. Met de N.L.F.-rapporteur voor de commissies 7 t/m 9, Ir. P. J. Bakker, wordt van gedachten gewisseld over de wenselijkheid en eventuele mogelijk heden om de Nederlandse stedebouwkundigen en makelaars en taxateurs bij het F.I.G.-werk te betrekken. Ir. P. J. Bakker zal hiernaar een onderzoek instellen. Na het 12de F.I.G.-congres, dat volgend jaar in Londen wordt gehouden, zal het Comité Permanent vergaderen in Denemarken (1969) en Hongarije (1970). Het 13de F.I.G.-congres zal in Wiesbaden worden gehouden, het 14de waarschijnlijk in de Verenigde Staten. Besloten wordt dat ons land zal deelnemen aan de technische tentoon stelling die ter gelegenheid van het 12de F.I.G.-congres in Londen wordt georganiseerd. De N.L.F.-werkgroepen 3 en 4 (deformatiemetingen en elektronische afstandmeting) zullen binnenkort gereed komen met hun studie. Zo mogelijk zal in het voorjaar 1968 een studiedag worden gewijd aan de bespreking van beide eindrapporten. De werkgroep „Balans ruilverkavelingswet" maakt eveneens goede vorderingen. De verwachting is gewettigd dat het eindrapport van deze werk groep in het najaar 1968 ter discussie kan worden gesteld op een gezamenlijke bijeenkomst met de Vereniging voor Agrarisch Recht. Van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is definitief bericht ont vangen, dat men er niet in is geslaagd iemand uit het bestuurlijke vlak bereid te vinden tot deelname aan het werk van een studiecommissie leidingenregistratie. Het Hoofdbestuur acht het wenselijk dat de commissie nu zo spoedig mogelijk wordt geïnstalleerd en met haar werkzaamheden kan aanvangen. Hiertoe zal contact worden opgenomen met de heren Prof. mr. P. de Haan, Prof. ir. G. F. Witt, Ir. M. J. te Nuyl en Ir. C. G. Th. de Beaufort (Ingenieursbureau Dwars, Heederik en Verhey N.V.), die destijds hun medewerking hebben toegezegd. Tot slot worden enkele punten be sproken die door Prof. ir. W. Baarda naar voren werden gebracht op de laatste huishoudelijke vergadering. Het Hoofdbestuur is het in principe eens met de opmerking van Prof. Baarda dat de N.L.F. haar financieel beleid m.b.t. de F.I.G. zou moeten wijzigen, maar ziet hiertoe op korte termijn helaas geen mogelijkheid. De informatie over buitenlandse vaklitteratuur zal worden uitgebreid door in het Tijdschrift een overzicht te geven van de inhoud van de belang rijkste landmeetkundige tijdschriften, met vermelding van titels en auteurs namen. Daarnaast zullen, zoals nu reeds het geval is, besprekingen worden gewijd aan de belangrijkste artikelen en boeken. De voorzitter heeft in Ottawa de hoge inschrijfkosten voor het 12de F.I.G.- congres ter sprake gebracht. De prijsstijgingen die zich de laatste jaren, ook internationaal, hebben voorgedaan, maken het echter niet mogelijk de inschrijfkosten drastisch te verlagen. De secretaris van de N.L.F., Ir. D. van der Wulp

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 40