386
I.T.C.-Delft
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft per 2 aug. 1967 de
benoeming goedgekeurd van de hieronder genoemde docenten aan het I.T.C.
tot de functie achter hun namen vermeld:
Prof. ir. A. J. van der Weele, gewoon hoogleraar, tevens rector van het
instituut, om onderwijs te geven in de fotogrammetrie.
Dr. H. G. Jerie, gewoon hoogleraar, fotogrammetrie.
Dr. H. Th. Verstappen, gewoon hoogleraar, geomorfologie gebaseerd op
luchtfotoïnterpretatie.
Drs. D. Eckhart, gewoon hoogleraarmeettechniek en automatisering ten
behoeve van de fotogrammetrie en haar toepassingen.
Ir. H. C. Zorn, lector, fotogrammetrie.
Dr. ir. J. Bennema, gewoon hoogleraar, bodemkaartering en het gebruik
van luchtfoto's ten behoeve van de landbouw.
Dr. C. Voute, gewoon hoogleraar, algemene en toegepaste geologie.
Dipl.-Ing. R. Zurlinden, lector, fotogrammetrie.
Ir. S. Dijkstra, lector, ertsexploratie.
Dr. B. Makarovic, lector, fotogrammetrie.
Dr. ir. I. S. Zonneveld, lector, vegetatiekaartering.
Ir. J. Visser, lector, fotogrammetrie.
Zou dat bij ons kunnen gebeuren
In ,,The Canadian Surveyor" van maart j.l. lazen wij het volgende bericht:
Recently Mr. Hugh Monro of the Topographical Survey was running
levels in Saskatschewan when he came across the remnants of a building
foundation. The building had been torn down in 1952 but the bulldozer
operator doing the work had refused to demolish a portion of one of the
walls because it contained a geodetic bench mark. It was discovered that
this mark had been placed by D. McMillan in 1918 during the running of a
level line east from Wilverine Station. If there were such a thing as a „Supple
mental Award of The Year" it would certainly go to the operator of that
bulldozer.
Redactie-wisseling
M.i.v. 1-1-1968 zal Ir. P. A. Roos mijn taak als redacteur-administrateur
van het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde overnemen. Voor
het zover is, wil ik gaarne allen danken die mij in de afgelopen tien jaar hebben
gesteund bij de samenstelling van de afleveringen; in de eerste plaats geldt
deze dank mijn mede-redacteuren, die mij, in prettige samenwerking, steeds
met raad en daad bijstonden bij de beoordeling der kopijdaarnaast de
auteurs, die met meer of mindere regelmaat een groot deel van de inhoud
voor hun rekening namen; vervolgens de lezers, voor hun lankmoedigheid
als zij in een aflevering niet vonden hetgeen zij zochten; dan nog de firma
Brill, die ondanks personele moeilijkheden vertragingen in de verschijning
zo veel mogelijk wist te beperken; en, last but not least, mijn redactie
secretaris de heer D. de Vries, die als een voortreffelijke rechterhand
enorm veel werk voor zijn rekening heeft genomen.
Mijn opvolger wens ik veel succes toe.
15 nov. 1967 H. L. v. G.