lichtweg bepalen, om met behulp daarvan de gemeten afstand met hoge nauwkeurigheid te kunnen berekenen (zie aanhangsel B). Hierbij heeft men een groter verschil in brekingsindex beschikbaar dan bij de hoekmeting (ia)in de eerste plaats heeft men te maken met de groepsbrekingsindex, waarvoor de dispersie ca. drie maal zo groot is als voor de fasebrekingsindexbovendien kan men bij het gebruik van een fotocel in plaats van het oog, het verschil tussen de golflengtes gunstiger kiezen. Owens [II] bij voorbeeld gebruikte 0,635* (rood) en 0,3751 (nabij ultra violet), waardoor het looptijd verschil ca. 10% was van de totale correctie t.o.v. vacuüm. Men vergelijke hiermee de 1,33% onder 1 a. Indien de elektroöptische afstandmeting met behulp van deze methode wordt verbeterd, zal men, vooral bij hoge temperatuur en vochtigheid deze laatste vrij goed moeten meten, wat o.a. kan gebeuren door de afstand behalve met twee optische golflengtes ook te meten met radiogolven [III]. De dispersiemethode voor elektroöptische afstandmeting werd ook in Oxford behandeld in 1965. Zie [2], blz. 159-172. c. Bij het gebruik van looptijden van radiogolven door de iono- sfeer wordt de dispersiemethode algemeen gebruikt. Zie [2], blz. 325-327, [IV] en voor de dopplermethode [2], blz. 339-352. 2. Lasers x) De Coast and Geodetic Survey meet op het ogenblik driehoeks kettingen van zeer hoge nauwkeurigheid, waarbij gebruik wordt gemaakt van de geodimeter [5]. Ten behoeve van dit project wordt in enige geodimeters NASM4 een Neon-Helium-laser ingebouwd. In verband met de golflengte (0,632851, rood) is het nodig de kerrcel te vervangen door een andere elektronische sluiter (een zg. KDP cel). Ook de fotocel moet worden vervangen. [V] en [VI]. Met het aldus gemodificeerde instrument kan men iets beter door lichte nevel meten, en veel beter overdag, omdat het daglicht bij de ontvangoptiek grotendeels wordt uitgefilterd. Ook bij het dispersieonderzoek werd een Ne-He-laser gebruikt. [II]. Zeer interessant is het gebruik van een vastestof laser voor de afstandbepaling van een station op aarde naar een kunstmaan. Men schiet daartoe zeer korte lichtpulsen af (enkele tientallen nanoseconden) met zeer grote energie (tot enkele joule per puls, m.a.w. tot ca. 100 MWatt) naar een satelliet met een prisma reflector aan boord. Men kan zo de afstand vinden op enkele meters nauwkeurig, door de looptijd van de lichtpuls heen en terug te meten met een elektronische teller. [2], blz. 353-357. Bij experi menten op een korte aardse afstand haalde men een nauwkeurigheid van 0,24 m. De atmosferische correctie bij deze afstandmetingen naar kunstmanen is steeds kleiner dan 10 m en kan gemakkelijk met voldoende nauwkeurigheid worden aangebracht. 342 1) Algemene litteratuur over lasers in verband met landmeetkunde: [3] en [4].

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 4