gebruik maken. Dit draagt ook belangrijk bij tot een vermindering van de capaciteit van de brug. Daarom ligt het in de bedoeling om de Willemsbrug en mogelijk ook de spoorbrug te vervangen door tunnels onder de rivier. Het bouwen van een grotere brug met meer rijstroken zou ook een oplossing geweest zijn. Dit heeft echter het nadeel dat er openingstijden voor de scheepvaart moeten blijven. In die perioden (enige uren van de dag) is het wegverkeer gestremd. Kiest men in plaats van een brug een tunnel dan is dit ook voor de steeds toenemende scheepvaart van groot belang in verband met de ongehinderde doorvaart. Er is dus gekozen voor oeververbindingen in de vorm van tunnels. De assen van de tunnels zijn enige honderden meters oostelijk van de huidige bruggen geprojecteerd. Aangezien de aansluitende wegen voor de tegen woordige bruggen en de aansluitende wegen voor de toekomstige tunnels in hetzelfde gebied liggen, zullen er gedurende de bouw van de tunnels allerlei wegomleggingen moeten plaatsvinden, die stag nerend zullen werken op de verkeersafvloeiing van en naar de huidige bruggen. Deze situatie zal enige jaren duren. Een mogelijkheid om de verkeersdrukte op de bruggen gedurende de bouw van de tunnels te verminderen is gelegen in een afzonderlijke regeling voor het open baar vervoer. Dit heeft twee voordelen. Ten eerste zal de tram verdwijnen van de bruggen en haar aanvoerroutes. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor het autoverkeer. Ten tweede zal het tramverkeer zélf geen stagnatie meer ondervinden. Er is zodoende een derde plan geboren. De bouw van een oever verbinding voor het openbaar vervoer. Aanvankelijk wordt gekozen voor een tramtunnel, gelegen in het verlengde van Coolsingel en Schiedamsedijk, zodat een rechtstreekse verbinding wordt ver kregen tussen de beide stadscentra (centraal station der N.S. en Zuidplein). De trams zullen in Rotterdam-noord naar de tram tunnel toestromen, in Rotterdam-zuid weer uitzwermen naar de diverse bestemmingen en omgekeerd. Bij nader inzien is gebleken dat deze oplossing maar een halve is. Wanneer de tramstellen op eigen gelegenheid de tunnelbuis moeten passeren zal er in verband met de veiligheid (hellingen i :25weinig zicht) een onderlinge tijdsruimte van één minuut in acht moeten worden genomen. Hierdoor zal de tunnel te weinig capaciteit krijgen. Het verzamelen van tramstellen, aan elkaar koppelen tot treinen, tunnel passeren, ontkoppelen van de treinen en weer uitzwermen van de tramstellen, is een omslachtige methode, die aan de capaciteit van de tunnel eveneens te kort doet. De volgende stap in de ontwikkeling van het plan heeft ineens een grootse allure. Men besluit een begin te maken met een net van metrolijnen. Hierdoor komt de gehele opzet van het openbaar vervoer in een nieuwe fase, die ook voor de verre toekomst blijvende perspectieven biedt. De verschillen tussen vervoer per tram of 28

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 30