3i toren; de bouwkosten en de exploitatiekosten. Bij het ontwerp van de perrons speelt dit bijvoorbeeld een rol. Eilandperrons leveren het voordeel van minder personeelsbezetting. Eén man kan toe zicht houden op het vertrek van twee treinen. Daar staat tegen over dat gebogen spoor meer aan slijtage onderhevig is dan recht spoor. Ook is de bouw van gebogen tunnels duurder dan tunnels met een rechthoekige plattegrond. Op grond hiervan is besloten om de stations uit te voeren met zijperrons. Door de toepassing van T.V. wordt het nadeel van zijperrons dat op twee in plaats van één perron toezichthoudend personeel nodig is opgeheven. Fig. 3. Het perron van een metrostation in Zuid. De vloer van de trein ligt 5 cm boven perron, terwijl de ruimte tussen trein en perron slechts 7 cm bedraagt. Rechts op de foto is nog juist een roltrap te zien. Bij de beslissing over de wijze waarop de rails gelegd zullen worden spelen de kosten eveneens een belangrijke rol. De spoor staven liggen niet op houten dwarsliggers, maar zijn met behulp van stalen oplegstoelen op betonnen langsbalken vastgezet. Op zich zelt is dit een zeer dure railbevestiging. De betonnen langs balken moeten in hoogteligging nauwkeurig afgewerkt zijn. In het bestek wordt gesproken over maximale afwijkingen van 1 mm. Voor betonwerk zijn dit hoge eisen, die grote kosten met zich mee brengen (o.a. veel landmeetkundig werk). De aanleg van een ballastbed met dwarsliggers voor de railbevestiging is veel goed koper, maar vergt voortdurend onderhoud. Bovendien moet het dwarsprofiel van de tunnel dan veel ruimer zijn, hetgeen de bouw kosten aanzienlijk doet toenemen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 33