32 Wat de wijze van bouwen betreft onderscheiden wij in grote lijnen drie gedeelten: a. de riviertunnel b. de landtunnel c. het viaduct. ad a. Het maken van een tunnel onder de rivier kan op verschil lende manieren gebeuren. Men kan de rivier voor een gedeelte af dammen (bijv. tot de helft) en een bouwkuip vormen, waarin de tunnel wordt gemaakt. Het werk wordt dan dus ter plaatse in-den- droge uitgevoerd. Een andere methode is de schildmethode. Hierbij wordt de tunnel in de rivierbodem geboord. Direct achter de boor installatie bevindt zich een schild. Achter het schild wordt in het geboorde gat de tunnelbuis gemaakt. Deze beide methoden zijn om praktische redenen niet toegepast. Afdammen van de rivier in opvolgende gedeelten is niet mogelijk o.a. omdat dit de scheepvaart belemmert. Boren is niet mogelijk vanwege de bodemgesteldheid. Een derde methode is de zinkmethode. Deze is bij de metrobouw toegepast en houdt in dat men de tunnel in gedeelten maakt in een dok, deze gedeelten daarna drijvend naar hun plaats transporteert, afzinkt en aan elkaar koppelt. De riviertunnel is in het bouwdok van Brienenoord gemaakt in ge deelten van 75 tot 90 meter lengte. Deze zogenaamde tunnelstukken bestaan elk uit 5 a 6 moten van 15 meter. De moten worden van beton vervaardigd met behulp van een stalen bekistingsmal, welke gerepeteerd kan worden. De stalen bekistingsmal heeft geen bodem. Deze wordt gevormd door een aantal bodemplaten van beton en staalplaat, die nauwkeurig vlak zijn afgewerkt (nauwkeurigheids- eisen in het bestek 0,5 mm). Deze platen worden uitgelegd op stalen balken die op de dokvloer nauwkeurig op hoogte zijn afgesteld. Na het betonstorten vormen de bodemplaten één geheel met de tunnelvloer die daardoor prachtig vlak is geworden, het geen een vereiste is in verband met de wijze van funderen. De verbindingen tussen de moten bestaan uit rubber dilatatievoeg- stroken, die steeds voor de helft in twee opvolgende moten zijn ingebetonneerd. Het wapeningsijzer loopt dus niet door. De tunnel stukken die op deze wijze ontstaan zijn flexibel en kunnen zich, wanneer ze eenmaal op hun bestemde plaats zijn gebracht, gemak kelijk aanpassen aan eventuele ongelijkmatige zettingen van de fundering. De flexibele verbinding tussen de moten maakt het onmogelijk om de tunnelstukken zonder meer te transporteren. Eerst moeten de moten met behulp van spanstaven tegen elkaar gedrukt worden, zodat een buigingsvast geheel ontstaat. Deze spanstaven worden na het afzinken weer verwijderd. De toepassing van een vaste stalen bekistingsmal heeft voordelen bij de pro- duktie. Zo wordt er bijvoorbeeld bespaard op arbeidskrachten en wordt de maatvoering nauwkeuriger, hetgeen van belang is voor het drijfvermogen. Een ander aspect is dat men alleen gebogen" tunnelstukken kan maken door de moten koordegewijs te laten

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 34