40 naar voren geschoven tegen zijn voorganger. Hierbij gaat de rubber ring aan het kopeinde fungeren als afdichting. In het tijdelijk eind- schot van het vorige tunnelstuk bevindt zich een afsluiter; wanneer deze geopend is wordt het tunnelstuk door de hydrostatische druk met grote kracht tegen zijn voorganger gedrukt. Hiermee is de afzinkmanoeuvre voltooid en kan met de verdere afwerking be gonnen worden. Deze bestaat voornamelijk uit het oppersen van de paalkoppen tegen de tunnelbodem en het maken van het spoor. Fig. 15. In het bouwdok Weena liggen de eerste vier tunnelgedeelten gereed om door het aansluitende kanaal drijvend naar de Coolsingel te worden Ge transporteerd. De achterste twee, die veel groter zijn dan de voorste twee zullen straks deel uitmaken van het station „Stadhuis". ad b. In grote lijnen is de landtunnel op dezelfde wijze gebouwd als de riviertunnel. In de stad zijn twee plaatsen uitgekozen waar voldoende ruimte is om een bouwdok in te richten (zie fig. 2). Om de zinkmethode toe te kunnen passen zijn kanalen gemaakt met wanden van ingeheide stalen damplanken. Er zijn drie redenen waarom in het landgedeelte de „natte" methode verkozen is boven de „droge" bouw in bouwputten. De droge methode die op het eerste gezicht meer voor de hand ligt - brengt met zich mee dat men langs het gehele tracé bronbemaling moet toepassen om de bouwputten droog te houden. Deze maling moet geschieden tot een diepte van N.A.P.-n meter, overeenkomende met de onderkant van de tunnel. Voor een bouwdok is bemaling tot een diepte van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 42