7i
Technische Hogeschool te Delft, vervolgde hij zijn studie aldaar.
In 1936 werd hem het diploma van civiellandmeter uitgereikt.
Na gedurende korte tijd werkzaam te zijn geweest bij het Staats
bosbeheer, kon hij op 15 november 1937 a^s landmeter op arbeids
overeenkomst bij het kadaster worden geplaatst en wel aan het
bureau van de landmeetkundige dienst te Amsterdam, vanwaar
hij twee jaar later werd verplaatst naar Eindhoven. In 1941 ver
wisselde hij deze standplaats voor het bureau Almelo van de in
middels opgerichte dienst voor B.L.W., om vervolgens met ingang
van 1 februari 1949 te worden geplaatst aan het bureau van de
ruilverkavelingsdienst te Groningen.
Het was tijdens laatstgenoemde periode dat Meelker zich moest
afvragen of zijn fysieke gesteldheid wel gedurende zijn gehele loop
baan het buitenwerk zou toelaten. Zouden velen in zijn geval bij
de pakken zijn gaan neerzitten, voor hem was een en ander aan
leiding de studie in de rechtswetenschappen op te vatten aan de
Rijksuniversiteit te Groningen, een prestatie die in 1955 werd
bekroond met het slagen voor het doctoraal examen. In 1956 werd
hem bovendien het diploma van geodetisch ingenieur uitgereikt.
Intussen waren zijn kwaliteiten niet onopgemerkt gebleven. Het
hoofd van de toenmalige afdeling kadaster en hypotheken stelde
voor hem te verplaatsen naar het ministerie, hetgeen op 1 juni
1951 geschiedde. Het werk van Meelker was hier van zodanig
gehalte dat op hem de keuze viel om de heer Stoorvogel, die
inmiddels directeur-afdelingschef was geworden, met ingang van
1 juni 1958 op te volgen. Hiermede had hij op 44-jarige leeftijd de
top bereikt.
Met grote voortvarendheid, gepaard aan veelzijdige deskundig
heid, ging de nieuwe directeur aan het werk om de lijn van zijn
voorganger door te trekkenaanpassing van de dienst aan een
nieuwe dynamische tijd, waarin meer dan ooit stilstand achter
uitgang betekent. Gesteund door zijn ongelooflijke werkkracht
drukte hij mede zijn stempel op tal van sectoren van de dienst van
kadaster en hypotheken die voor modernisering vatbaar bleken.
Tot de belangrijkste resultaten van zijn bijna tienjarige ambts
vervulling als hoofd van de directie mag worden gerekend het rap
port van de Staatscommissie inzake het Kadaster, annex ontwerp
Kadasterwet, aan de samenstelling waarvan Meelker in zijn hoe
danigheid van secretaris een belangrijk aandeel heeft geleverd. Daar
naast werden de mechanisering en de automatisering van de dienst
door hem krachtig gestimuleerd; de resultaten daarvan zijn in
alle geledingen aanwijsbaar.
Meelker was voorts lid van diverse commissies en besturen,
waarvan o.m. dienen te worden genoemd de Centrale Cultuur
technische Commissie, de Rijkscommissie voor Geodesie, het
Comité Permanent van de F.I.G. en het Comité Directeur van de
O.E.E.P.E. Ten behoeve van het bijwonen der vergaderingen van
beide laatstgenoemde organen verbleef hij meermalen gedurende