73
van noeste arbeid en een loopbaan waarvan de eerste jaren,
zo vol afwisseling, een stempel hebben gedrukt op zijn latere
carrière.
Na de studie in Wageningen begon Van Huls op 15 maart 1929
zijn ambtelijke dienst als landmeter bij het Ned. Indische kadaster.
Zijn reeds als student duidelijk gebleken talent om vlot en perfect
de op college gedoceerde wijsheid in dictaten vast te leggen die
gretig aftrek vonden bij studiegenoten kwam bij het Indische
kadaster tot verdere ontwikkeling en vooral na de wachtgeldpe
riode van 1 februari 1933 tot 1 oktober 1936 verschenen in het
Tijdschrift voor het Kadaster in Ned. Indië de eerste pennevruchten
als uitingen van zijn levendige belangstelling voor de historische
ontwikkeling van het Indische kadaster en alle daaruit voort
gevloeide instructies en bepalingenreeds toen waren de beschou
wingen van Van Huls zeer kritisch en keerde hij zich fel tegen
alles, wat in zijn ogen onrechtvaardig of onjuist was.
De algemene crisis der dertigerjaren bracht ook voor Van Huls
een onvermijdelijke wachtgeldperiode, die hij evenwel benutte door
Indisch recht te studeren te Utrecht, waar hij in juli 1936 door het
doctoraal examen de meesterstitel verwierf.
Na zijn herbenoeming op 1 oktober 1936 als landmeter op het
hoofdkantoor te Batavia richtten zijn aspiraties zich meer op de
juridisch-administratieve dan op de technische aspecten van zijn
vak, waardoor hij zich verzekerde van een permanente zetel op het
hoofdbureau te Batavia, zo dicht mogelijk „bij het vuur".
Naast zijn ambtelijke werkzaamheden werkte Van Huls met
hart en ziel aan de groei van de vereniging van landmeters van het
Kadaster in Ned. Indië, waarvan hij voorzitter was; als redacteur,
tevens administrateur bracht hij het Tijdschrift voor het Kadaster
in Ned. Indië op een dusdanig internationaal peil, dat met diverse
buitenlandse vakbladen uitwisseling plaats vond. In 1939 pro
duceerde Van Huls met medewerking van even bekwame mede
bestuursleden een voortreffelijk jaarboekje met diverse gegevens
van historische waarde, zoals verenigingsaangelegenheden, ver
handelingen over kadaster, landmeten en landmeters in diverse
publicaties, personeels-, salaris- en dienstaangelegenheden, en last
but not least een klapper op het Huishoudelijk Orgaan van de V.L.K
(jaargangen 1926 t/m 1938)dit alles nochtans met zekere beperkin
gen teneinde niet in te hoge kosten te vervallen. Door het uitbreken
van de oorlog en de gewijzigde omstandigheden daarna, kwam
er niets van de voorgenomen aanvulling en herziening in een tweede
jaarboekje.
Tijdens de oorlog onderging ook Van Huls als reserve-luitenant
der Artillerie van het K.N.I.L. de ontberingen van een japans
krijgsgevangenkamp, het langst in Birma, vanwaar hij zonder
nadelige gevolgen terugkeerde naar Batavia om zich weer ter
beschikking te stellen van het toenmalige diensthoofd P. H. M.
Plasman. Met volledige inzet van krachten werd er gezwoegd voor
