99 Tongeren. Hierbij is de gelijktijdige breedte-lengte- en azimut - bepaling uit horizontale richtingen en tijd toegepast. De ster pro gramma's werden met de computer berekend. Ter bepaling van het verband tussen snelheid, parallaktische hoek en magnitude van een ster enerzijds en nauwkeurigheid van de tijdbepaling anderzijds is te Delft een kunstster ontwikkeld. Dit apparaat is zeer geschikt voor het meten van persoonlijke fouten van een waarnemer bij stil staande of bewegende draad. In [5] behandelt Prof. R. Roelofs de foutentheorie van de be paling van tijd, azimut en Laplace-grootheid uit meridiaan doorgangen van sterren. Aan de hand van de diagrammen in het aanhangsel verkrijgt men de beste sterselectie. Ir. G. J. Husti behandelt in [6] de methode Gougenheim-Black voor het geval van zonswaarnemingen. In een interessante studie [7] definieert Ir. J. C. de Munck drie tijdsystemen, waarvan niet slechts de theoretische achtergronden worden verklaard, maar onder meer ook de fysische bedoelingen en het gebruik ten behoeve van de geodesie. Dezelfde auteur bespreekt in [8] enkele facetten van de refractie, zulks naar aanleiding van een in Wenen gehouden symposium. In een openbare les [9] ter gelegenheid van zijn ambtsaanvaarding als lector wordt door Ir. A. H. Kooimans o.m. aandacht geschonken aan het verschijnsel van de straalbuiging en aan de invloed daarvan op de richtingsmeting. De betekenis en gezichtspunten van satellietwaarnemingen voor geodetische doeleinden worden door Dr. ir. P. Richardus besproken in [10], waarbij in het bijzonder de plaatsbepaling wordt behandeld. Van een aan de Technische Hogeschool te Delft ontwikkeld instru ment voor het volgen van kunstmanen en het vastleggen van hun positie, geeft Ir. J. C. de Munck een korte beschrijving in [11]. In [12] behandelt Ir. J. C. P. de Kruif een numerieke methode voor berekeningen op de ellipsoïde, waarbij de differentiaalverge lijkingen van de betreffende lijn worden geïntegreerd volgens de methode van Runge-Kutta. Deze methode is speciaal geschikt voor behandeling met een elektronische rekenmachine en is geldig voor geodetische lijnen van willekeurige lengte. Prof. ir. G. J. Bruins geeft in [13] resp. [14] beschouwingen over berekeningen op de ellipsoïde en over ellipsoïdale coördinaten systemen. Dezelfde auteur publiceert in [15] een studie over harmo nische functies en hun invarianties in de geodesie. De Technische Hogeschool te Delft nam in 1965 deel aan de oceanografische expeditie in het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan voor zover het zwaartekrachtsmeting op een opnemings vaartuig van de Hydrografische dienst der Nederlandse Marine betrof. (Zie ons vorige verslag). De waarnemingen werden ten dele verricht met de gravimeter Gss 2-N0. 11 van de universiteit van Cambridge en voor de rest met de gravimeter Gss 2-N0. 19 van de T.H. te Delft. Over de werkzaamheden aan boord van het op-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 17