werktempo in vergelijking tot de optische methode. Bij de optische
waterpasmethode wordt getracht zoveel mogelij k van „mechanische'
hulpmiddelen en automatisering gebruik te maken. Zo is bijvoor
beeld in samenwerking tussen de Gemeente Tilburg en de Konink
lijke Nederlandsche Heidemaatschappij een proef voorbereid voor
het automatisch uittekenen van dwarsprofielen, waartoe de meting
werd geregistreerd op merkroosterkaarten. Een uiteenzetting van
de gevolgde werkwijze geeft G. H. van der Vossen in [39].
Tachymetrie
De verwerking van waarnemingen, verkregen met optische
afstandmeters vindt meer en meer langs automatische weg plaats.
In [40] geeft Prof. ir. G. F. Witt een uiteenzetting van de werkwijze
zoals die bij de Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij
wordt toegepast. De auteur maakt daar o.m. ook een vergelijking
van tijd, kosten en nauwkeurigheid van de voerstraalmethode
t.o.v. die van het meetlijnen verband. Bij de kadastrale proeven
„Suawoude" en „Dinther" werd behalve aan deze aspecten vooral
aandacht besteed aan de organisatie der metingen. Ook hier werden
de meetgetallen, weer verzameld op daartoe speciaal ontworpen
informatie-bladen, automatisch verwerkt. Een uitgebreide be
schrijving van deze proeven kan men vinden in [41]. De resultaten
hadden tot gevolg dat thans, zij het nog op bescheiden schaal, de op
tische afstandmeting bij het kadaster wordt toegepast. De voor
delen liggen duidelijk bij de verwerking der meetgetallen. Toen
deze nog niet automatisch kon geschieden, was er voor optische
afstandmeting ten behoeve van detailmetingen, waarschijnlijk
door de aard van het Nederlandse landschap, weinig enthousiasme.
Prof. ir. G. F. Witt bespreekt in [42] de inrichting van een
puntenveld in de „Loenermark" ten behoeve van het ijken van
optische afstandmeters.
In de verslagperiode werden door het Laboratorium voor Land
meetkunde van de Landbouwhogeschool te Wageningen ten aanzien
van detailmetingen op uitgebreide schaal proefmetingen verricht
ten behoeve van gemeentelijke bestemmingsplannen, waarbij de
metingsopzet was gericht op geautomatiseerde verwerking. De
uitwerking geschiedde, in samenwerking met de N.V. Hagen
Systems te Rotterdam, op de Zuse Graphomat Z64. Uitgangspunt
van het onderzoek was onder meer dat het tempo van de meting zo
min mogelijk mocht worden beïnvloed door de uitwerkingswijze.
Voorts moest het mogelijk blijven dat meer dan één meetgroep
gelijktijdig in eenzelfde object wordt ingezet. Uit de resultaten
bleek dat elke meetmethode mogelijk is, maar dat de voorkeur
moet worden gegeven aan de poolcoördinatenmethode.
Bij alle hiervoor genoemde tachymetrische werkzaamheden
werden de waarnemingen verricht met klassieke zelfreducerende
dubbelbeeld-afstandmeters. In sommige gevallen wordt, in verband
102