io6
effening van grote blokken kunnen duizenden voorwaarden op
treden. Het in rekening brengen daarvan is voor het bereiken van
een optimale nauwkeurigheid noodzakelijk. Prof. dr. H. G. Jerie
geeft in [69] een vereffeningsmethode aan, die desondanks tot een
economische oplossing leidt.
Hoewel goede methoden van blokvereffening bestaan, is de
belangstelling voor strookvereffening niet verdwenen. Prof. ir.
A. J. van der Weele onderzoekt de relatieve nauwkeurigheid van
strooktriangulatie in [70].
Met betrekking tot de radiaal-triangulatie voor niet vlak terrein
kan worden verwezen naar de studie van Prof. R. Roelofs [71].
De invloed van instrument-ontregeling op de resultaten van een
numerieke radiaaltriangulatie beschrijft Ir. J. Timmerman in [72].
De toepassingsmogelijkheden voor de fotogrammetrie groeien ge
staag. Het gevolg daarvan is o.m. vernieuwing en uitbreiding van in
strumentarium. Bij de Meetkundige dienst van de Rijkswaterstaat
werden in de verslagperiode twee kaarteringsinstrumenten Wild A6
vervangen door twee instrumenten Wild A8; bij de Fotogram-
metrische dienst van het Kadaster werd het instrumentarium
uitgebreid met een kaarteringsinstrument Wild A8 en een Zeiss-
stereocomparator PSKde n.v. K.L.M.-Aerocarto breidde haar
instrumentarium uit met drie instrumenten van het type Santoni
II-c; ten behoeve van de Topografische dienst werd een beeldenpaar-
instrument Wild A8 aangeschaft.
De ontwikkeling van de automatisering bij de Fotogrammetrische
dienst van het Kadaster beschrijft Ir. P. A. Roos in [73]. Van een
bescheiden begin, waarbij van registratie van modelcoördinaten en
strookvereffening werd gebruik gemaakt, leidde deze ontwikkeling
via invoering van de Anblock-methode tot, in voorkomende ge
vallen, volledige toepassing van de numerieke fotogrammetrie.
De huidige werkwijze beschrijft Ir. H. L. van Gent in [74]; de
toepassing ten behoeve van kadastrale hermetingen wordt door
Ir. W. Sonnenberg aan een beschouwing onderworpen in [75],
waarbij een schatting wordt gegeven van de bereikbare nauw
keurigheid. Behalve aan de kaartvervaardiging wordt in deze
publikatie ook aandacht geschonken aan de reconstructie van langs
fotogrammetrische weg vastgelegde kadastrale grenzen.
In [76] maakt Ir. J. Visser enige opmerkingen met betrekking tot
de luchtfotografie voor kaarteringsdoeleinden van grote steden,
waartoe proeven werden genomen bij de Meetkundige dienst van de
Rij kswaterstaat
Over het gebruik van luchtfoto's ten behoeve van de bijhouding
van de kadastrale kaart is in 1965, nadat een aantal uitgebreide
proeven was verricht, een rapport opgemaakt. De belangrijkste
conclusie is dat veldposten met succes langs fotogrammetrische
weg kunnen worden behandeld. Bij de gekozen methode wordt
gebruik gemaakt van ontschrankingen op de schaal van de kadas
trale kaart (meestal 1:2500). Hierin worden eerst door eenvoudige