ii5 [27] P. Groenewoud en M. Groot: Basismeting Afsluitdijk. Geodesia, 8 (1966) 3, p. 67-74. [28] Ir. H. Ph. van der Schaaf: Hi-Fix-patronen. T. v. Kad. en Landm., 83 (1967) 6, p. 348-363. [29] N. D. Haasbroek: Bij de herdenking van de meting van het eerste snelliuspunt in 1615. T. v. Kad. en Landm., 81 (1965) 6, p. 383-393- [3°] N. D. Haasbroek: Een analyse van Snellius' basesnetten in de om geving van Leiden uit de jaren 1615 en 1622. T. v. Kad. en Landm., 82 (1966) 2, p. 49-73- [31] N. D. Haasbroek: Een analyse van het driehoeksnet van Snellius tussen Alkmaar en Bergen op Zoom. T. v. Kad. en Landm., 83 (1967) 1, P- 3-36. [32] Ir. C. M. A. van den Hout: Een rechtstreekse oplossing voor het probleem van de achterwaartse snijding. T. v. Kad. en Landm., 83 (1967) 4, p. 258-260. [33] A. J- Leenhouts: Grafische vereffening van een snelliuspunt. Geo desia, 8 (1966) 10, p. 227-233 en 8 (1966) n, p. 247-253. [34] D. de Vries: Hulpsymbolen van Hausbrandt (IV). Geodesia, 7 11965) 4, p. 87-89. [35] H. de Vries: Hulpsymbolen van Hausbrandt (V). Geodesia, 9 (1967) 1, P- 5-9- [36] D. de Vries: Unterbrochene Streckenmessung. Allg. Verm. Nachr., 72 (1965) xi, p. 448-450. [37] Ir- A. Waalewijn: Nivellement hydrostatique au Nederland. Geo- mètre, (1967) 5, p. 18-30. [38] Ir. A. Waalewijn: Het waterpasschip Niveau". Geodesia, 8 (1966) 5, p. x 19-121 [39] G. H. van der Vossen Ervaringen met het mechanisch verwerken van opnamegegevens bij de Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij. Geodesia, 7 (1965) 6, p. 141-148. [40] Prof. ir. G. F. Witt: Automatisering bij de verwerking van waar nemingen, verkregen met optische afstandmeters. T. v. Kad. en Landm., 81 (1965) 1, p. 3-15. [41] Technische Hogeschool: Een vergelijkend onderzoek tussen de meetlijnenmethode en de voerstraalmethode in vlak land (Proef Dinther-Suawoude). 46 p. 14 bijlagen. Delft, 1966. [42] Prof. ir. G. F. Witt: Een puntenveld in de „Loenermark" ten behoeve van het ijken van optische afstandmeters. T. v. Kad. en Landm., 82 (1966) 2, p. 98-101. [43] Ir. E. Engberts: Een Nederlands „trigonometrisch instrument" uit het jaar 1751. T. v. Kad. en Landm., 82 11966) 6, p. 314-330. [44] N. D. Haasbroek: Zonnewijzers. Geodesia, 7 (1965) 5, p. 107-113; 6, p. 149-152; 7-8, p. 165-169; 9, p. 198-202. [45] Prof. R. Roelofs: Optimalisierung der Kreisteilungsuntersuchung. Z. f. Verm., 90 (1965) 12, p. 489-496. [46] Ir. G. J. Husti: Erfalirungen bei Kreisteilungsuntersuchung nach der Strahlenbüschelmethode. Z. f. Verm., 92 (1967) 10, p. 405-409. [47] Ir. G. A. van Wely: Kwalitatieve en economische beoordeling van afstandmeters. T. v. Kad. en Landm., 83 (1967) 4, p. 185-200. [48] Dipl.-Ing. H. Richter en Dipl.-Phys. H. Wendt: De elektro-op- tische afstandmeter EOS uit Jena. Geodesia, 8 (1966) 4, p. 98-106. [49] Ir. J. C. de Munck: Enige eigenschappen van elektromagnetische golven in verband met elektronische afstandsmeting. T. v. Kad. en Landm., 82 (1966) 2, p. 73-91. [50] Dr.-Ing. E. Zwickert: Code-Theodolit FLT 3 undTheodolitkreiselTK. Geodesia, 8 (1966) 5, p. 128-132. [51] H. S. Williams en G. E. Belling: Quasi-harmonic Patterns of

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 33