88 Geodimeter Model 6 Een lusje in de buurt van de hoogfre- kwent uitgangstransformator (als bij de NASM 4, punt 2). Bij dit instrument verandert de frekwentie als de zijplaat van het instrument verwijderd wordt. Het is hierbij dus van essentieel belang de frekwentie te ijken met een normaal gesloten instrument. De frekwentieomvormer x) In dit apparaatje wordt een bekende harmonische van de teller- frekwentie van 1 MHz gemengd met de te meten frekwentie (deze laatste eventueel door twee gedeeld of met twee vermenigvuldigd). De verschilfrekwentie wordt uitgevoerd. Het 1 MHz signaal (afkomstig van de teller) wordt eerst ver vormd. In een afstembare selectieve versterker wordt één van de harmonischen versterkt, en wel naar keuze de ioe, ne, 20e harmonischeeen ingebouwde [xA-meter wordt hierbij als afstem- indicator gebruikt. Indien het te meten signaal een frekwentie heeft, hoger dan 20 MHz (bijv. van de geodimeter), dan wordt de frekwentie eerst door 2 gedeeld. Indien de frekwentie lager is dan 10 MHz (bijv. tellurometer 101) dan wordt de 2e harmonische van deze frekwentie gebruikt. De menger maakt van de verkregen signalen de verschilfre kwentie, van dit signaal wordt een schone2) blokspanning gemaakt. Enige gegevens gewicht ca 3,5 kg; voeding 12 V gelijkspanning 1,8 watt (dus 0,15 A); ingang voor tellerfrekwentie minimum ingangsspanning 0,2 V top-top impedantie 10 kü, met 0,01 p.F in serie ingangen voor de meetfrekwentie minimum ingangsspanning 1 V top-top impedantie 1 kQ; uitgang blokspanning ca 10 V top-top. „SCHOON" „VUIL" Fig. 3. Het verschil tussen een „schoongemaakt" en een niet schoongemaakt signaal. 1) Het ontwerp van de frekwentieomvormer is van de heren C. Huurman, G. J. Kramer en W. Timmerman van de Elektronische Dienst van de Technische Hogeschool te Delft. 2) Hiermee wordt bedoeld dat in het signaal geen restjes zitten van hogere frekwenties die door de teller meegeteld zouden kunnen worden. Zie figuur 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 6