154 beschikbaar stellen van een kaart, waarop de leidingen zijn vermeld, schijnt niet afdoende te zijn. Men moet over de nodige kennis beschikken om de kaart te kunnen lezen of gegevens te kunnen inter preteren. Op 16 maart j.l. werd blijkens het „Rotterdams Parool" „des morgens tijdens heiwerkzaamheden op het Blijdorpplein één van de gasleidingen geraakt die hier in de grond zijn verborgen. De heiers die hier bezig zijn beschikken over kaarten waarop de verschillende gas- en elektriciteitsleidingen zijn aangegeven". Aan wijzing door een persoon in het terrein en het zichtbaar maken van de „gevaarlijke" plaats is dus wel noodzakelijk. Om het nut van een centrale leidingenregistratie voor de bedrijven aan te tonen lijkt eenvoudiger dan het is. Geldelijke schade door de beschadiging lijden zij niet: Verzekering dekt de schade. Voor hen moet het nut, het kostenvoordeel, zitten in de besparing van de kosten in de eigen afdeling voor de leidingenregistratie. De voor delen zullen maximaal zijn, indien een Rijksdienst deze werkzaam heden, of althans een groot deel hiervan op zich zou nemen. Deze kosten zullen ook geringer zijn dan bij eigen uitvoering als een deel van de kosten door het Rijk aan de bedrijven zou worden doorbe rekend. Verschillende metingen kunnen bijv. worden gecombineerd. Bovendien bestaat het voordeel, dat men desgewenst ook eenvoudig op de hoogte kan komen van de ligging van leidingen van andere bedrijven. De gecentraliseerde dienst zal nl. alle metingen in het zelfde coördinatensysteem uitvoeren, hetgeen de verstrekking van gegevens vereenvoudigt. T.a.v. de gebruikers hebben de monopolie-bedrijven allereerst de plicht ervoor zorg te dragen dat het ongerief (t.g.v. beschadiging) wordt beperkt. Als men door het treffen van bepaalde maatregelen het aantal beschadigingen met de helft vermindert is voor de ge wone burger al veel gewonnen. De gebruikers van gas, water, elek triciteit, telefoon, enz. betalen, als het erop aankomt, de schade. Ook betalen zij het apparaat dat de leidingenregistratie verzorgt. Indien hierop kan worden bezuinigd door op één of andere wijze centrali satie te realiseren is dit ook in hun voordeel. Tenslotte zou het interessant zijn door een econoom een raming te laten maken van de schade die aan het bedrijfsleven wordt toege bracht bij leidingbreuken. In een perspublikatie over het „KLIC" wordt medegedeeld dat de reparaties van de „stukgereten" leidingen het vorig jaar anderhalf miljoen gulden kostten. De gevolgen voor particuliere bedrijven waren vele malen ernstiger. Een ander dag blad berichtte drie maanden eerder dat de directe schade 3 miljoen gulden zou bedragen; in dit bedrag zijn niet de indirecte schaden begrepen. Over 1965 werd naar schatting 300.000 gulden schade door graafwerk aan ondergrondse leidingen in Limburg aangebracht. In dit licht bezien is het getal van 3 miljoen voor het gehele land niet onwaarschijnlijk. In deze provincie werden in het eerste half jaar „500 kabels geraakt en soms gekraakt".

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 12