155
In het telefoondistrict Utrecht werden in 1964 gemeld 440, in
1965 meer dan 1000 beschadigingen aan telefoonleidingen. „Het
duurt meestal jaren voordat de reparatiekosten zijn terugbetaald"
aldus de directeur van het telefoondistrict Utrecht.
De Koninklijke Nederlandse Heidemij behandelt jaarlijks 650
schadeclaims van particulieren. „De Nederlandse wegenbouwers
hebben in 1965 zeshonderd interlokale kabels bij graafwerk be
schadigd. Slordigheid? Maar zeer ten dele", aldus Ir. H. Prins,
voorzitter van de Ned. Ver. van Wegenbouwers: „de kabels liggen
niet op plaatsen waar zij volgens de kaarten zouden moeten liggen.
Er zou een kabelkadaster moeten komen". Deze uitspraak werd in
februari 1966 gedaan; nog geen maand later verklaarde de Minister
van Verkeer en Waterstaat dat er voor het Rijk geen aanleiding is
een centrale kadastrering van de kabels en leidingen in de grond te
overwegen. Hij verklaarde dat van de 600 beschadigingen 40 procent
door graafwerkzaamheden werd veroorzaakt en een deel hiervan
moet aan de wegenbouwactiviteiten worden geweten Wie van
de twee zegslieden t.a.v. de getallen gelijk heeft laat ik in het midden.
In ieder geval staat vast dat het bedrijfsleven een aanzienlijke
schade lijdt. Is een raming van enige miljoenen schade voor het
bedrijfsleven nu aan de lage kant Is het teruglopen van deze schade
tot bijv. de helft een redelijk „maatschappelijk verlangen" Kan de
oprichting van een centrale organisatie hiertoe bijdragen Dan zou
het nut (baten en meer gerief) opwegen tegen de kosten.
De centralisatie zal in het algemeen kostenbesparend werken
omdat
ie. meer uniformiteit in de richtlijnen voor de uitvoering tot haar
recht kan komen;
2e. de combinatie van metingen van meer leidingen tijdbesparend
werkt
3e. een betere registratie en kaartering plaats vinden, waarvoor
echter meer deskundigheid moet worden geëist van de mede
werkers, die de gegeven richtlijnen, zowel op landmeetkundig als
op administratief gebied kunnen volgen
4e. de aannemer over één informatiecentrum beschikt, waar hij alle
gewenste inlichtingen kan ontvangen; vooral aanwijzing in het
terrein kan dan efficiënt gebeuren, omdat één man de gegevens
over verschillende leidingen kan verstrekken
5e. de bijhouding van de wijzigingen efficiënter kan gebeuren: één
plaats van melding waar de verwerking der gegevens kan plaats
vinden biedt bovendien de mogelijkheid tot mechanisering.
7. De wijze van centralisatie
Men kan aan het begrip centrale leidingenregistratie verschillende
betekenissen toekennen, die de organisatorische vormgeving bepalen.
7.1. Centralisatie van de regeling van en controle op de uitvoering
Van Steenis noemt in zijn preadvies een vormgeving, die berust