Bezien we nu deze ontwikkeling in het kader van de leidingen
registratie. Wij zijn zo gelukkig in ons land te kunnen beschikken
over het coördinatensysteem van de Rijksdriehoeksmeting. Meten
we alle leidingen, enz. vast in dit systeem, dan is aan de voornaamste
voorwaarde vcor het gebruik van een „databank-system" voldaan.
Daar reeds een gedeelte van ons land is hermeten in dit systeem
ontstaat een relatie tussen reeds opgemeten situaties en de in het
systeem te meten leidingen. De eerste tegenwerping die geopperd
zal worden is vermoedelijk, dat het een enorm werk is om de coör
dinaten van bijvoorbeeld hoeken van huizen te berekenen. Immers,
de metingen en de berekeningen van de veelhoekszijden zijn welis
waar in het systeem van de Rijksdriehoeksmeting verricht, maar de
detailpunten (hoeken van huizen) worden meestal niet in coördina
ten berekend. Zij zijn gekaarteerd m.b.v. de in het bekende coördi
natensysteem gekaarteerde veelhoekszijden. Uitpassing van de
coördinaten van de detailpunten uit de kaart m.b.v. een elektro
nische coördinatograaf, die de gegevens op ponsband of magnetische
band levert, is voor de leidingenkaart voldoende nauwkeurig.
Het vraagpunt blijft, welke gegevens men verder van de leidingen,
wier ligging in coördinaten bekend is, in de „databank" wil bewaren.
Het spreekt vanzelf dat het probleem van de codering van de gege
vens, dat altijd bij gebruik van computers optreedt, opgelost moet
worden.
Ik zou op dit ogenblik nog niet willen spreken over de kosten
bij gebruik van het „databank-system". Er zou nog weinig ver
standigs over te zeggen zijn. Waar het in de eerste plaats om gaat
is hoe deze zaak moet worden aangepakt. Er zal zeker nog veel
studie nodig zijn om uit de kruising leidingenregistratie-,,databank-
system" een gunstig resultaat te verkrijgen. Bij deze studie moeten
we het optimisme van de Amerikanen delen, nl. dat we geen zwij
gende, geheugenloze tientonsvogel fokken, maar dat we erin slagen
een wijze uil als eindprodukt te krijgen.
Het „databank-system" is niet afhankelijk van de vraag wie de
leidingenregistratie uitvoert. Alleen zal het totaal van de werkzaam
heden voldoende groot moeten zijn om het systeem doelmatig te
kunnen gebruiken: Een aantal gemeenten zou van een centraal
punt uit bediend kunnen worden. Verder is één van de hoofdvoor
waarden voor mechanisering dat alle gegevens op uniforme wijze
worden aangeboden. Het is eveneens noodzakelijk dat de uitvoer,
op welke wijze deze ook plaats vindt, hetzij door uitvoer van ge
schreven gegevens dan wel door middel van een kaart, op een uni
forme wijze geschiedt. Dit kan alleen indien een centrale leidingen
registratie, in één of andere vorm, wordt opgezet.
io. Samenvatting
i. Er blijkt grote behoefte te bestaan aan een goede leidingen
registratie: publikaties en pogingen om het euvel van beschadi-
i6i