i65 Leidingenregistratie in het industriegebied Van geheel andere aard zijn de problemen in het havengebied, het gebied Europoort en Botlek. De chemische industrieën, die zich hier hebben gevestigd, maken voor de aanvoer van hun grondstoffen en voor de afvoer van hun industriële producten veel gebruik van buisleidingen. Bovendien is in veel gevallen het ene bedrijf weer toeleverings bedrijf voor een andere fabriek en zijn deze fabrieken onderling nog weer eens met buisleidingen verbonden. Dat de buisleiding als transportmiddel van vloeistoffen en gassen een steeds grotere toepassing vindt is alleszins verklaarbaar. De capaciteit is door het onafgebroken kunnen functioneren welhaast onbeperkt, terwijl de bedrijfszekerheid groter is dan van enig ander transportmiddel. Ten behoeve van de buisleidingen zijn langs de belangrijkste wegen leidingenstroken gereserveerd tot een breedte van 25 m tot 50 meter. In deze stroken moeten dan bovendien de leidingen van de nutsbedrijven worden ondergebracht. De ontwikkeling heeft een zodanige vorm aangenomen dat soms de stroken niet voldoende breed blijken te zijn, terwijl verdere uit breiding van de bestaande stroken niet mogelijk is. De leidingenstroken zijn steeds naast de wegen geprojecteerd, omdat de aanwezigheid van leidingen onder de wegen ongewenst is. De aanleg en eventuele herstelwerkzaamheden zouden te veel stagnatie opleveren voor het wegverkeer. De stroken veroorzaken voorts een aanzienlijk grondverlies. Ondergrondse leidingen vergen immers veel ruimte vooral wegens de toepassing van graafmachines en het gevaar van corrosie. Op grond van deze overwegingen is voor dit industriegebied reeds een onder zoek ingesteld naar de mogelijkheid, een uitbreiding van de capaci teit te vinden in de constructie van bovengrondse leidingen op ribben of op statieven of kolommen. De leidingenstroken zijn eigendom van de Gemeente en hebben een openbare bestemming. Voor een particuliere leiding moet dus een vergunning worden verleend. Aan de vergunning worden voorwaarden verbonden. De vergunninghouder wordt een jaarlijkse heffing opgelegd op grond van de Precarioverordening wegens het in beslag nemen van openbare gemeentegrond. Indien de leiding ingevolge de uitvoering van enig openbaar werk moet worden verlegd of zelfs verwijderd, dan moeten de daaraan verbonden werkzaamheden door en voor rekening van de ver gunninghouder geschieden zonder enigerlei recht op schadever goeding. De vergunning kan zelfs worden opgezegd. De vergunning houder moet in het geval B. en W. dit wenselijk achten op eerste aanwijzing van dat College de aanwezige werken opruimen, de vergunninghouder zal dan geen aanspraak op enigerlei schadeloos stelling kunnen doen gelden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 23