167 in het bezit zijn van een meer of minder groot bestand van basis- kaarten, afhankelijk van de omvang van het stadsgebied. De kaarten zijn alle geconstrueerd op de hechte basis van het coördina tenstelsel van de Rijksdriehoeksmeting. De schaal van de kaarten is 1 a 1000, soms 1 a 500. De kaarten geven een afbeelding van de zichtbare (soms ook de onzichtbare) terreinsituatie en zijn dus naar hun wezen topogra fische kaarten. Zij zijn praktisch alle uitgevoerd als raamkaarten. Dit in tegenstelling tot de kadastrale kaarten, die (nog) vrijwel alle zijn uitgevoerd als eilandkaarten, (voor de niet-insidersraam kaarten zijn tot de rechthoekige kaderlijnen volledig betekend, in tegenstelling tot de eilandkaarten, die niet volledig betekend zijn en ingedeeld zijn naar de topografische eenheden en hun grenzen ontlenen aan terreinelementen). De basiskaart geeft een informatie van de terreinsituatie. Hoever die informatie strekt hangt af van de kaartinhoud. De kaartinhoud moet afgestemd zijn op de wensen en de behoeften van de gebruikers. Niet op de ambitie van de vervaardiger. Hoe meer informatie de kaart geeft, met andere woorden, hoe meer terreindetails zijn afgebeeld, hoe eerder een kaart verouderd is en hoe moeilijker en tijdrovender de bijhouding wordt. Omdat een verouderde kaart soms gevaarlijker kan zijn dan geen kaart, moet zorgvuldig worden nagegaan welke terreindetails zullen worden afgebeeld. De grootste gemene deler van de wensen van de ge bruikers moet worden opgesteld. De basiskaart heeft een veel zijdige doelstelling. Uit de basiskaart kunnen beheerskaarten worden afgeleid. Enkele voorbeelden wil ik noemen: de bestratingskaart ten dienste van het beheer en onderhoud van de bestrating, de rioleringskaart voor het beheer en de inventarisatie van gegevens omtrent de riolering. Soms kan het nuttig en noodzakelijk zijn de basiskaart foto grafisch te vergroten tot de schaal 1 a 500 of zelfs 1 a 200, ten einde meer ruimte te winnen voor het intekenen van de gewenste infor matie. Een voorbeeld hiervan is de leidingenkaart, waarvoor de schaal 1 a 500 in vele gevallen toereikend is, maar op knooppunten moet soms 1 a 200 worden gekozen. Bij elke vergroting dient men wel te bedenken dat ook elke onnauwkeurigheid met de vergrotings factor wordt vermenigvuldigd. Een andere zeer belangrijke functie vervult de basiskaart bij de samenstelling van kleinschalige kaarten 1 a 5000 en 1 a 10.000. Bij deze verkleining moeten veel terreindetails worden weggelaten of gegeneraliseerd worden afgebeeld. Hiermee komen we op het meer specialistische terrein van de cartografie, waarover ik thans niet wil uitweiden. De basiskaart is voorts noodzakelijk bij het uitwerken van stede- bouwkundige plannen, bij het voorbereiden van stadssaneringen en doorbraken, bij het verbeteren van verkeersknooppunten en bij behorende werken. Op de basiskaart als ondergrond kan het project

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 25