in Frankrijk samen te stellen werd pas 130 jaar later gerealiseerd. In de derde plaats omdat inmiddels de beheerders van de leidingen duidelijk is geworden dat er toch iets aan de registratie van de ondergrondse leidingen moet worden gedaan. En enigen zijn hiermee bezig of hebben het voornemen de nodige werkzaamheden te doen verrichten. Nu kan men van de beheerders van de leidingen wel verwachten dat zij de voorwaarden stellen, waaraan de registratie moet voldoen. Van deze leidinggevende functionarissen kan men echter niet eisen, dat zij precies weten op welke wijze een dergelijke registratie op een efficiënte wijze moet worden opgezet en bijge houden. Zij zijn veelal specialisten op een ander gebied dan dat van het landmeten en de boekhoudkundige verwerking van landmeet kundige gegevens. De vraag rijst of zij, nu zij langzamerhand overtuigd zijn van de noodzaak van een leidingenregistratie, de juiste maatregelen treffen, als zij snel in de ontdekte behoefte willen voorzien. Ten vierde hebben zich ook op technisch gebied veranderingen voorgedaan. Ik denk hierbij in het bijzonder aan het gebruik van de nieuwste elektronische apparatuur. Onderzocht dient te worden op welke wijze van de nieuwe technische mogelijkheden gebruik kan worden gemaakt. 2. Activiteiten in de landmeetkundige sfeer De landmeters (geodetisch ingenieurs) vormen een nogal gesloten groep die zich, vooral toen er alleen nog maar landmeters van het kadaster waren, bezig hield met de eigen vakproblemen. Een enkele keer echter bemerkt men dat een aantal van hen zich sterk interes seert voor maatschappelijke verschijnselen, die niet direkt in ver band staan met het enge kadastrale vakgebied. Rond de eeuw wisseling trekt de bevordering van de ruilverkaveling, die van groot landbouwkundig belang moet worden geacht, hun grote belang stelling. De op dit gebied ontplooide activiteit leidt er zelfs toe dat enige landmeters in de samenstelling van de Ruilverkavelingswet in 1924 een belangrijk aandeel hebben. Omstreeks de dertiger jaren zijn er enige landmeters van het kadaster) die wijzen op het belang van goede landmeetkundige diensten bij gemeenten. In die periode horen we in de landmeet kundige wereld voor het eerst van de leidingenregistratie. Daar ligt het begin van de geschiedenis, waarover ik vooral voor de niet- geodeten het een en ander wil zeggen. Niet te veel, want anders loop ik de kans gerangschikt te worden onder de sprekers, waarvan onlangs een Delftse collega beweerde dat zij zoveel over de ge schiedenis spreken, omdat zij zo weinig over het eigenlijke onder werp kunnen zeggen. In 1933 vermeldde de landmeter van het kadaster te Arnhem H.Vermeulen in een lezing over het Zwitserse Kadaster het bestaan van een „Leitungskataster" in Bazel. Als programmapunt voor te 146

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 4