193 De toedeling vormt een besliskundig probleem: het doel is het vormen van nieuwe kavels met een landbouw-economisch verant woorde ligging en grootte. De methoden waarmee dit probleem kan worden opgelost zijn te splitsen in twee groepen: de zuiver rekenkundige toedelingsmethoden en de toedelingsmethoden ge baseerd op een wenszitting. Bij de zuiver rekenkundige toedelingsmethoden wordt uitgegaan van de gegeven ligging van de oude percelen of van de boerderij. Hoewel objectief zijn zij toch niet algemeen bruikbaar. Dit wordt aangetoond bij de behandeling van de zogenaamde zwaartepunts methode en een methode ontwikkeld door Van Gelderen. De methoden van de tweede groep sluiten nauw aan bij de alge meen gevolgde praktijk van toedelen aan de hand van door de eigenaren te uiten wensen. Hoofdvoorwaarde hierbij is dat de door toepassing van de eerste wensen ontstane over- en ondervragingen zo klein mogelijk worden gemaakt door het toepassen van alter natieve (tweede en derde) wensen. Er zijn drie verschillende, op elkaar aansluitende, methoden ontworpen. Elk van deze wordt uitvoerig geanalyseerd, waarbij vooral aandacht wordt besteed aan de zwakke punten. Voor het onderzoek is een aantal rekenprogramma's ontwikkeld. Deze programma's zijn getest met wensen die werden opgesteld voor de eigenaren in een modelruilverkaveling. Deze modellen werden eveneens met de elektronische rekenmachine vervaardigd. Uit de uitkomsten van de proeven zijn belangrijke conclusies te trekken voor de toekomstige ontwikkeling van toedelingsmethoden. De verschillende beschreven toedelingsmethoden leveren een toedeling, waarbij de vakken nog een kleine over- en ondervraging vertonen. Om deze geheel te doen verdwijnen kan men gebruik maken van een programma, waarbij de 'over- en onderbedeling, die het gevolg zou kunnen zijn van deze over- en ondervragingen, wordt uitgeschakeld. Dit programma is gebaseerd op de methode der kleinste kwadraten. In de bij de scriptie gevoegde bijlagen is een groot deel van het bij het onderzoek verkregen kaart- en cijfermateriaal opgenomen. Litteratuuroverzicht Allgemeine Vermessungs - Nachrichten 75 (1968) 3 OsterlohDie Raumkurve aus der Sicht des Kraftfahrers. - KoldewitzDer gunstigste Korbbogen aus fahrdynamischer Sicht. Bender Die Flachenberechnung allseitig gekrümmter Tunnel bzw. Stollenquer- schnitte. HintzscheEignung der Richtwerte für die Ermittlung von Bodenwerten nach dem Vergleichswertverfahren. Wilsing: Verschiedene Bewertungsmasssta.be in der Umlegung und der Enteignung. 75 (1968) 4 RinnerÜber weitere Ergebnisse im Grazer Testnetz. Meier: Systemfehler und Korrelation. Höpke: Über Korrelationen in der Fehlerlehre. Sindern und Kathage: Das Decca-HiFix-System im Dienste der Küstenvermessung. Froome und Bradsell: N.P.L. Mekometer III. Csatkai: Geodimeter-Messungen in Ungam in den Jahren 1965 und 1966.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 51