147 voeren acties door de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde noemde hij onder meer: „Inrichting „Leitungskataster" voor de grote steden en andere belangrijke gemeenten" [i]. Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde in 1934 werd een tentoonstelling gehouden, waar kaarten van Bazel en „een model van een kadaster der geleidingen op schaal 1 a 200 van het Willemsplein te Arnhem" werden vertoond. (De laatste kaart is hier als curiositeit opge hangen). In l937 diende H. Vermeulen, ter gelegenheid van het tweede jaarlijkse congres van de Nederlandse Landmeetkundige Federatie, een rapport in, getiteld: „Bezuiniging en tevens opbouwend werk bij de gemeentelijke overheidsbedrijven (Leitungskataster)" [2]. Hij schreef toen al, dat: „In de loop der jaren ondergronds een wirwar van geleidingen is gekomen, die, zoo men de situatie wat nauwlettend gaat bekijken, niet bepaald een ordelijken indruk maakt, ja hier en daar meer te vergelijken is met een doolhof". De wirwar is inmiddels nog wel iets toegenomen. Hij vermeldde verder dat het woord „Leitungskataster" uit Zwitserland stamt, waar bijv. in Bazel een centrale registratie van ondergrondse leidingen en straatmeubilair bestaat. Hij pleitte wederom voor de invoering in de nederlandse grote steden van een dergelijk „algemeen technisch geleidingen bureau". Hier moge worden vermeld dat reeds op 11 april 1929 een wet van kracht werd voor het kanton Bazel, betreffende het „Leitungs kataster" [3]. Dan is het geruime tijd rustig aan dit front. Andere zaken trekken meer de aandacht van de kadasterlandmeters. Wel verschijnen over dit onderwerp enige publikaties van anderen, maar het probleem van de leidingenregistratie wordt niet uitdrukkelijk gesteld. Ir. R. J. Rienks vermeldt in 1951 de noodzaak om kaarten op schaal 11000 en 1500 in de gemeente Rotterdam te vervaardigen voor de verschillende afdelingen, bedrijven of diensten, die kabels e.d. beheren [4]. Ook enkele andere publikaties hebben zijdelings betrekking op het onderwerp. Van den Muyzenberg en Van Steenis [5] plaatsen het probleem van de leidingenregistratie in i960 weer centraal. Zij doen dit omdat de Minister van Financiën in de rede, die hij hield ter gelegenheid van de installatie van de bij K.B. van 12 augustus 1957 ingestelde „Staatscommissie inzake het Kadaster", de vraag stelde „of het kadaster dienstbaar zou behoren te worden gemaakt aan andere doeleinden dan waarvoor het thans wordt gebruikt" [6], De minister noemde als voorbeeld van andere doeleinden de pachtregistratie en hij sprak niet over de leidingenregistratie. De schrijvers verwijzen o.m. naar publikaties betreffende de eisen die aan deze technische beheerskaarten worden gesteld [7], [8]. Het Hoofdbestuur van de Nederlandse Landmeetkundige Federatie besluit naar aanleiding van het hiervoor genoemde artikel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 5