149
een verslag dat in het bijzonder is uitgebracht voor de beheerders
van leidingen, die weinig of niets van deze activiteiten, die toch
hun zaken aangaan, afwisten.
3. Activiteiten in de kringen van de beheerders
Inmiddels zijn enige beheerders van leidingen e.d. zelf overgegaan
tot een registratie en waar dit niet het geval is trachten zij andere
hulpmiddelen te gebruiken. Dit punt behoeft enige toelichting. Vele
gemeentelijke bedrijven maakten zelf kaarten van hun leidingen en
hielden deze bij. Nu zien we echter de tendens dat in verschillende
grotere en kleinere gemeenten de meting en de kaartering overgelaten
wordt aan een landmeetkundige dienst, zodat een coördinatie of zo
men wil een concentratie van de landmeetkundige werkzaamheden
en het verzamelen van de gegevens plaats vindt. Wel wensen dan
sommige bedrijven, misschien voor de leesbaarheid, kaarten waarop
alleen hun leidingen zijn getekend. We constateren hier, dat de
maatschappelijke ontwikkeling zich niet veel aantrekt van bestuur
lijke remmingen. Het argument, dat door de Vereniging van Neder
landse Gemeenten werd gebruikt om als organisatie geen vertegen
woordiger in de door de N.L.F. gewenste commissie aan te wijzen
was, dat het bestuur niet kon meewerken aan een regeling, die
tengevolge zou hebben dat de gemeenten extra financiële lasten
op zich zouden moeten nemen. Het is opvallend dat de gemeenten
blijkbaar zelf toch wel gelden voor een leidingenregistratie over
hebben.
Bovendien komt het voor dat in één bedrijf zowel de elektriciteits-
en gasvoorziening als de drinkwatervoorziening worden beheerd,
waardoor althans voor die drie utiliteitsvoorzieningen het beheer
in één hand is. Het spreekt vanzelf dat dit de centralisatie van de
werkzaamheden voor een leidingenregistratie eveneens bevordert.
Een opvallend initiatief om tot samenwerking te geraken is dat
van Ir. W. G. Beeftink (Waterleidingmij „Overijssel" N.V.,
Zwolle) die tracht belanghebbenden bij een leidingenregistratie
voor een gehele provincie tot samenwerking te brengen om aldus
tot een lagere kostenomslag per ha voor ieder bedrijf te geraken.
Bovendien zij hier nog vermeld dat de Vereniging van Exploitanten
van Waterleidingbedrijven in Nederland (VEWIN) een werkgroep
zal instellen om de vragen betreffende het revisiewerk nader te
onderzoeken.
Niet onvermeld mag blijven de oprichting op 2 januari j.l. van
de „KLIC", een instituut voor (indirecte) kabelbewakers: KLIC is
de afkorting voor Kabels en Leidingen Informatie Centrum. Dit
instituut is ondergebracht bij het bureau van de N.V.W.B. (Neder
landse Vereniging van Wegenbouwers). Het is een informatie
centrum, waartoe zich aannemers kunnen wenden indien zij grond
werkzaamheden gaan uitvoeren. Het informatiecentrum waar
schuwt de bij het „KLIC" aangesloten bedrijven en diensten. Deze