363
pachting na een bepaald tijdstip geen rekening meer zou behoeven
te worden gehouden. De vraag is dan echter weer, wat moet gelden,
wanneer de verklaring niet is gevraagd of verkregen.
De Herverkavelingswet onthield in dat geval aan de overeenkomst
iedere rechtskracht. Denkbaar ware natuurlijk ook alleen de over
schrijving van vervreemdingen te weigeren, wanneer daarbij geen
verklaring van geen bezwaar van de plaatselijke commissie wordt
overgelegd. De vervreemdingsovereenkomst als zodanig zou dan,
even goed als de pachtovereenkomst, haar rechtskracht kunnen
behouden. Alleen zou de levering ingevolge die overeenkomst tot na
de vaststelling van het plan van toedeling moeten worden uitgesteld.
Voor de koper kan deze oplossing het nadeel hebben, dat hij ener
zijds niet zijn toedelingswensen ziet gehonoreerd, maar anderzijds
wel de koopprijs moet betalen, waarin deze mede waren verdis
conteerd. Nog vreemder zou de situatie worden, wanneer men ook
de overschrijving ondanks het ontbreken van een verklaring van
geen bezwaar liet doorgaan, omdat bij de toedeling met die over
schrijving dan geen rekening zou worden gehouden. De vraag rijst
of zij dan toch effect zou blijven sorteren ook na het van kracht
worden van het plan van toedeling, waarin dus nog de vervreemder
als verkrijger wordt genoemd. Zo niet, dan zou deze daarna op
nieuw aan de koper moeten leveren, zodat men maar beter de
eerste overschrijving meteen had kunnen tegenhouden. Zo ja, dan
is toch de vraag of de koper uiteindelijk wel krijgt wat hij wil.
Al deze moeilijkheden leiden eigenlijk tot de conclusie dat een
sluitende oplossing alleen kan worden verkregen bij algehele nietig
heid van overeenkomsten, waarvoor niet de vereiste verklaring van
geen bezwaar is verkregen. Eén lid van de Werkgroep meent echter,
dat de zwaa.rte van deze sanctie in geen verhouding staat tot het
ruilverkavelingsbelang, hetwelk hiermee is gemoeid. Volgens hem
zou zij aan het rechtsverkeer gedurende te lange tijd een te grote
beperking opleggen.
Als alternatief meent de Werkgroep slechts te kunnen noemen de
vorenvermelde oplossing, welke nu reeds voor de pacht geldt,
waarbij de wet slechts zou bepalen dat vanaf een door de plaatselijke
commissie vast te stellen en bekend te maken datum bij de toe
deling geen rekening met nieuwe vervreemdingen en verpachtingen
behoeft te worden gehouden. Deze oplossing laat naast veel vrijheid
voor het rechtsverkeer ook veel onzekerheid omtrent het rechtsge
volg van dergelijke transacties bestaan. De wetgever kan zelf het
beste uitmaken, of in dit geval die vrijheid dan wel de rechtszeker
heid voor hem het zwaarste zal wegen.
f. De akte van toedeling
De Werkgroep kan zich verenigen met het in haar midden gedane
voorstel om de notariële akte van toedeling te doen vervallen en in
plaats daarvan de zgn. staat 75 in gewijzigde vorm te doen over
schrijven als proces-verbaalakte. Deze staat is namelijk het metings-