feit is door de Werkgroep aangenomen, dat de ruilverkaveling juist
vanwege dit beginsel slechts in beperkte make een ruimtelijke
herindeling kan bewerkstelligen t.b.v. de niet-agrarische vormen
van grondgebruik, zolang daarvoor de gebruikelijke wijze van
grondverwerving niet tegen inbreng van grond, maar tegen vergoe
ding in geld overwegend noodzakelijk blijft.
Een en ander neemt niet weg, dat een betere coördinatie van de
ruilverkaveling met de ruimtelijke ordening volgens de Werkgroep
op tal van punten mogelijk is, zowel in het bestuurlijke vlak als in
het vlak van de belangenbehartiging. Voor de bestuurlijke coör
dinatie verwijst zij vooral naar haar voorstellen omtrent de instel
ling van provinciale cultuurtechnische commissies (Hoofdstuk II,
2) en omtrent de wegen en waterlopen (Hoofdstuk III, 4) en
voor de belangencoördinatie naar haar beschouwingen omtrent de
doelomschrijving, de middelen tot het dienen van en de grond-
afstand voor niet-agrarische doeleinden, de toewijzing aan openbare
lichamen, het landschapsplan en de ruilverkaveling bij uitvoering
van openbare werken (Hoofdstuk III, 2 onder b, c en d, 3, 5 en 6).
Evenals de wetgever bij eerdere wettelijke herzieningen placht
te doen, heeft ook de Werkgroep zich wederom bezonnen op de
mogelijkheden van versnelling van de procedure. Als algemene
mogelijkheid, in principe geldende voor alle wettelijke ruilverkave
lingen, wijst zij aan die welke verband houdt met een aan de
werken voorafgaande vaststelling van het plan van toedeling en
welke neer zou komen op een verschuiving van allerlei voorberei
dende werkzaamheden voor dat plan naar de periode vóór de
stemming (Hoofdstuk V, 3 onder d en bijlage). Daarnaast zijn dan
als bijzondere mogelijkheden van versnelling, slechts geldende
voor de betrokken ruilverkavelingen, te noemen de in Hoofdstuk
III, 6 te bespreken opgelegde, kosteloze ruilverkaveling en voorts
de door de Werkgroep niet unaniem aanvaarde mogelijkheid van
oplegging ener ruilverkavelingsovereenkomst aan een klein percen
tage onwilligen (Hoofdstuk VII, 2 onder b). Aldaar is in 1 de
vraag besproken of naast de bestaande en nieuw te creëren moge
lijkheden tot verkorting van de procedure nog behoefte bestaat
aan een speciale regeling van een versnelde procedure naar analogie
van het Beschleunigtes Verfahren uit de Duitse wet.
Het streven naar een grotere mate van rechtszekerheid komt in het
rapport tot uiting vooreerst, wanneer gepleit wordt voor een
verbetering van de rechtspraak d.m.v. de instelling van speciale
ruilverkavelingskamers bij rechtbanken of gerechtshoven (Hoofd
stuk II, 5) en voor een verbetering van de beroepsmogelijkheden
(Hoofdstuk VI). Daarnaast kunnen nog diverse andere voorstellen
van de Werkgroep mede de rechtszekerheid dienen, waarvoor ter
illustratie slechts behoeven te worden vermeld die betreffende de
voorafgaande vaststelling van het plan van toedeling (Hoofdstuk
V, 3 onder d).
Vasthoudende aan het democratische beginsel van een besluit-
271