nog vrij globaal moeten worden geregeld. Wel dient de voorgestelde vaststelling door de C.C.C., gehoord G.S. en de P.C.C., voorwerp van een nieuwe wettelijke regeling te zijn. 36. De wettelijke eisen voor het nemen van het voorbereidings- besluit, zijnde een formele beslissing van de C.C.C. om tot de actieve voorbereiding van een bepaalde ruilverkaveling over te gaan, kunnen zijn de voorafgaande indiening van een aanvraag en de overeenstemming met het voorbereidingsprogramma. De toetsing van het besluit aan deze vereisten kan door G.S. in het kader van de na te noemen instellingsprocedure worden verricht. 37. De instelling van de voorbereidingscommissie zou moeten geschieden door G.S. op verzoek van de provinciale commissie, die daartoe het voorbereidingsbesluit van de centrale commissie zou moeten overleggen. De benoeming van de leden kan plaats vinden op voorstel van de P.C.C., gehoord de burgemeesters en de landbouworganisaties. 38. Bij de samenstelling van het ruilverkavelingsrapport dient men zich zoveel mogelijk tot de hoofdlijnen te beperken. Wat de werken aangaat, gaat het daarbij om het aangeven van normen voor de uitvoering. De wet moet de regeling van de inhoud van het rapport aanpassen aan de door de Werkgroep gedane voorstellen. Zo zal in de wettelijke opsomming der mogelijke voorzieningen ruimte moeten worden geschapen ook voor de middelen tot het dienen van niet-agrarische doeleinden, welke thans daarin niet worden genoemd (zie no. 11 sub 4 t/m 8). 39. Naast het rapport ex art. 34 zouden ter visie moeten worden gelegd, behalve de bestaande lijst van kadastrale eigenaren, een lijst van stemgerechtigde pachters (zie hierna) en een lijst van de in het blok gelegen percelen. Het doen van aanbevelingen omtrent een ontwerp-kavelplan als mogelijke uitwerking van de bestaande kaart lijkt nog prematuur. 40. De Werkgroep acht vele argumenten aanwezig voor handhaving van het stemrecht. Aan reële bezwaren tegen de bestaande regeling ervan kan door verbetering worden tegemoetgekomen. 41. De mogelijkheid van onjuistheden in de lijst van stem gerechtigdenhoofdzakelijk doordat nog niet alle verervingen in de kadastrale legger zijn verwerkt, is relatief van weinig betekenis en bovendien geen bezwaar tegen het principe van de besluitvor ming door stemming. 42. De eigenaren van miniatuurpercelen zouden van de stem ming moeten worden uitgesloten. Te denken valt aan een minimum oppervlakte (10 of 25 are) per eigenaar. 43. Invoering van pachtersstemrecht is ten zeerste aan te bevelen, doch onder voorwaarde dat tevens een voldoende mate van doorberekening van de ruilverkavelingskosten in de pachtprijzen wordt mogelijk gemaakt. Het stemrecht behoort uitsluitend toe gekend te worden aan de (tijdig) geregistreerde pachter. Voor 402

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 142