van de voorbereidingscommissies wel, dat er ook een praktische
behoefte bestaat aan een veelzijdig overleg op provinciaal niveau,
waar de verschillende wensen aan één tafel kunnen worden gecoördi
neerd en waar de verschillende inzichten op elkaar kunnen inwerken.
In een enkele provincie beginnen zich zelfs al de vage contouren
van een informele provinciale commissie af te tekenen.
Overigens lijkt het wenselijk de verhouding tussen C.C.C. en
P.C.C. bij algemene maatregel van bestuur te regelen, waarin dan
op diverse hierboven genoemde punten nader kan worden ingegaan.
Aan haar denkbeeld van een in te stellen P.C.C. hecht de Werk
groep zoveel waarde, dat deze figuur in het verdere verloop van
haar rapport bij herhaling zal worden genoemd, zodat de lezer nog
gelegenheid genoeg krijgt er zich mede vertrouwd te maken. Aan de
andere kant wil dit niet zeggen, dat voorstellen, waarin aan die
commissie een taak is toebedeeld, ook los daarvan geen betekenis
zouden kunnen hebben, zij het dat alsdan een aanpassing nood
zakelijk ware.
§3 .De voorbereidingscommissie
Anders dan de evengenoemde is de voorbereidingscommissie
reeds zo zeer een ingeburgerd instituut geworden, dat de wenselijk
heid van wettelijke regeling ervan naar het oordeel van de Werkgroep
geen enkel betoog meer behoeft. Men moet geen instituten die
jarenlang in de wettelijke procedure een belangrijke rol spelen,
ongeregeld laten. Iets anders is, wat die regeling nu precies moet
inhouden. Men kan hier o.m. denken aan samenstelling, instelling,
taak en werkwijze.
Wat de samenstelling betreft, meent de Werkgroep dat moet
worden gestreefd naar een volledige personele unie met de plaatse
lijke commissie, die immers moet uitvoeren wat de voorbereidings
commissie heeft helpen voorbereiden. Het grote voordeel van zo'n
gelijke samenstelling is, dat de leden al van het eerste begin ervaring
kunnen opdoen en inzicht kunnen krijgen in de achtergrond en
samenhang der problemen. Zelfs is er veel voor te zeggen beide
commissies samen te smelten tot één plaatselijke ruilverkavelings
commissie, die dan dus direct na het nemen van het in Hoofdstuk
IV, i onder c genoemde voorbereidingsbesluit kan worden
ingesteld. Wel zou dan de mogelijkheid moeten worden opengehou
den, dat na voltooiing van de voorbereiding een eventueel, bijv.
door ouderdom, noodzakelijk geworden vervanging van personen
kan plaats vinden. Hiertoe kan de volgende constructie dienen:
De leden van de ruilverkavelingscommissie treden af bij de stem
ming en zijn aanstonds herbenoembaar. De benoeming dient,
evenals thans reeds met de plaatselijke commissie het geval is, te
geschieden door Gedeputeerde Staten. Voor verdere bijzonder
heden betreffende de samenstelling en de instelling van de voor
bereidingscommissie wordt verwezen naar resp. de volgende para
graaf en Hoofdstuk IV, i onder d.
28o