iedereen duidelijk voor ogen staat. Op zijn minst zou een wettelijke definitie dus al een zeker optisch effect kunnen hebben. Maar daartoe blijft haar belang niet beperkt. Want begripsverwarring kan gemakkelijk leiden tot de misvatting, dat men de ruilverkave ling maar op elke wijze voor elk doel zou kunnen gebruiken. Zulks terwijl haar mogelijkheden te dien aanzien duidelijk beperkt worden door het aan haar inherente beginsel van toedeling naar evenredigheid van inbreng. Zodra men dat beginsel loslaat, is misschien nog wel van herverkaveling, maar in ieder geval niet meer van ruilverkaveling sprake. Deze beperking geldt dus ook ten aanzien van haar wettelijke doeleinden. Derhalve geeft de Werkgroep gaarne de opneming van een ruilverkavelingsdefinitie in de wet aan de wetgever in overweging. Om soortgelijke reden heeft zij in haar rapport meer theoretische beschouwingen opgenomen dan te doen gebruikelijk. Voordat men aan een wettelijke herziening begint, dient over de diverse begrippen meer klaarheid te bestaan dan uit de huidige discussies naar voren komt. b. De omschrijving van het doel In Hoofdstuk I, 2 heeft men reeds kunnen zien, dat de Werk groep voor een toekomstige Ruilverkavelingswet opnieuw een vooropstelling van het agrarische belang in de wettelijke doelomschrij ving bepleit. En wel enerzijds, omdat de landbouw tot nu toe de enige vorm van grondgebruik is, die volledig voldoet aan het ruilverkavelingsprincipe van toedeling naar inbreng, en anderzijds, omdat zij het ook niet buiten de toepassing van dat principe kan stellen. Beide stellingen behoeven nog enige toelichting. Hoe komt het dat de landbouw wel en de stedebouw niet zo gemakkelijk de ruilverkavelingsmethode voor het bereiken van haar ruimtelijke doeleinden kan gebruiken Wel heel eenvoudig, omdat de landbouw doorgaans voldoende grond kan inbrengen en de stedebouw meestal niet. Bij een landbouwverkaveling gaat het om een nieuwe eigendomsindeling binnen een bestaande bestem ming, die dus doorgaans heel goed door uitruil tussen de bestaande rechthebbenden tot stand kan komen. Bij een stedelijke verkaveling daarentegen gaat het meestal om nieuwe bestemmingen ten behoeve van nieuwe rechthebbenden die zelf geen grond inbrengen, terwijl de bestaande rechthebbenden dan vaak in geld moeten worden schadeloos gesteld. Wel bestaat er momenteel een streven om ook hen in grond te compenseren, maar over toekenning van een wettelijk recht op een dergelijke compensatie hoort men ten dezen nog niets. En ook al zou op den duur tot toepassing van ruilver kaveling voor stedelijke doeleinden worden besloten, dan ware het nog beter deze voorlopig een eigen regeling te geven, zoals men ook in andere landen heeft gedaan. Pas na jarenlange ervaring met afzonderlijke wetten overweegt men in Zweden thans een 290

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 30