300
„in afwijking van het bepaalde in artikel 10". Die afwijking zal
redelijkerwijs inhouden, dat de eigenaar afstand doet van zijn
recht op toedeling. Dit levert geen moeilijkheden op, ingeval de
betaling van de algehele vergoeding niet eerder plaats vindt dan
de eigendomsovergang, zijnde het moment van overschrijving der
akte van toedeling in de openbare registers. In de praktijk vindt
die betaling echter vaak al eerder plaats, in welk geval de plaatse
lijke commissie zekerheidshalve de eigenaar een verklaring van
afstand van zijn toedelingsrecht pleegt te laten tekenen. Die
zekerheid is ook wel nodig, omdat aan de inbreng van de toe te
wijzen kavel op zichzelf een toedelingsrecht is verbonden, dat bij
overdracht van die kavel aan een derde op deze zou overgaan.
Tot zo'n overdracht blijft de eigenaar in staat, zolang hij de eigen
dom niet via de overschrijving van de akte van toedeling of via
eerdere overdracht tegen algehele vergoeding in geld is kwijt
geraakt. De laatste methode geeft uiteraard de meeste zekerheid,
maar wordt waarschijnlijk wegens de extra overdrachtskosten
door de plaatselijke commissie doorgaans niet gevolgd.
Daarentegen kan men zich afvragen, of de methode van de
af stands verklaring wel voldoende zekerheid biedt tegenover derden.
Het is zeer wel denkbaar, dat een koper niet op de hoogte is van
het feit, dat de eigenaar van aan openbare lichamen toe te wijzen
gronden tegen algehele vergoeding in geld afstand heeft gedaan
van zijn toedelingsrecht. De plaatselijke commissie zou nu kunnen
trachten aspirant-verkrijgers van deze grond te waarschuwen,
maar het lijkt meer in overeenstemming met het ten onzent geldende
publiciteitssysteem om van de afstand publikatie te doen in de
openbare registers en aantekening in de kadastrale registers. Het
is ook zeer de vraag of de verklaring van afstand zonder publikatie
derden zou binden. Ja, zelfs kan men zich afvragen, of zonder
nadere wettelijke regeling ook i.g.v. publikatie de werking tegenover
derden wel is verzekerd.
In ieder geval dient volgens de Werkgroep een regeling in art. 12
te worden opgenomen, dat de afstand van toedelingsrechten tegen
algehele vergoeding in geld slechts tegen derden werkt, indien
een desbetreffende schriftelijke overeenkomst tussen eigenaar en
plaatselijke commissie wordt overgeschreven in de openbare
registers, zodat daarvan tevens aantekening in de kadastrale legger
kan geschieden. Onmiddellijke overgang van de eigendom bij de
betaling van de algehele vergoeding is dan niet nodig.
e. De geldelijke regeling van de toewijzing
Onvolledig en onjuist is hetgeen het huidige art. 13 bepaalt
over de geldelijke regeling van de toewijzing. Onvolledig, in de
eerste plaats omdat art. 13 het uitsluitend heeft over de vergoeding
door het openbaar lichaam van de werkelijke waarde van de grond,
behoudens het geval van algehele vergoeding in geld. Nu is die
bepaling vergelijkbaar met art. 40 Onteigeningswet, waar het gaat