Het door de Werkgroep gekozen tijdstip van eigendomsovergang bepaalt tevens de datum, waaraan voorafgaand het besluit tot toewijzing van de eigendom moet worden genomen, zodat dat besluit tijdig in de akte kan worden verwerkt. Nu ligt de datum van overschrijving der akte van toedeling niet wettelijk vast. Men moet daarom voorkomen, dat die overschrijving ernstig vertraagd zou kunnen worden door het niet op tijd nemen van het toewijzings- besluit, zulks temeer wanneer de voorbereiding van dat besluit conform het voorstel van de Werkgroep in handen van G.S. zelf zou worden gelegd. Zij denkt dan ook aan een bepaling die ongeveer als volgt luidt: „Indien het toewijzingsbesluit omtrent de eigendom van wegen en waterlopen niet tijdig vóór het tijdstip, waarop de plaatselijke commissie overschrijving van de akte van toedeling wil doen plaats vinden, is genomen, wordt die eigendom in deze akte aan de provincie toegedeeld". Het is dan aan de provincie om voor de verdere overdracht te zorgen en wel op de gewone wijze en niet door overschrijving van het toewijzingsbesluit, waar aan dus verder geen behoefte meer bestaat. Het besluit tot toewijzing van beheer en onderhoud dient, naar het oordeel van de Werkgroep, vóór het gereedkomen van de werken te worden genomen, zodat de overdracht aan de beheerder onmid dellijk kan plaats vinden. Aangezien de verschillende werken uiteraard op verschillende tijdstippen gereedkomen, moet het besluit ook bij gedeelten kunnen worden genomen, hoewel het eventueel ook aan de uitvoering der werken kan voorafgaan. Als sanctie op de onderhavige verplichting van G.S. kan weer in de wet worden bepaald, dat de provincie bij niet tijdig afkomen van het besluit zolang met beheer en onderhoud wordt belast; zie ook hierna onder e. e. Tijdelijk beheer, goedkeuring en overdracht van de werken Geen van deze drie onderwerpen is volgens de Werkgroep in de huidige wet bevredigend geregeld. Art. 80 regelt alleen het tijdelijk beheer door de provincie voor het geval dat de werken reeds gereedgekomen en goedgekeurd zijn, terwijl nog geen beheerder is aangewezen. Over het beheer tijdens de uitvoering der werken wordt echter niets bepaald. Nu kan men natuurlijk stellen, dat dit niet nodig was, omdat bij gebrek aan regeling het beheer van bestaande wegen en waterlopen ook tijdens de uitvoering van werken daaraan zou blijven bij de vroegere beheerder, terwijl dan het beheer van nieuwe wegen en waterlopen tijdens de uitvoering bij de plaatselijke commissie zou berusten. Toch is noch het een noch het ander voldoende houdbaar. In feite bestaat tijdens de uitvoering, die soms jarenlang duurt, praktisch een beheersvacuüm. Dat komt, doordat aan de ene kant de aan de plaatselijke commissie opgedragen uitvoering van werken een zo belangrijk stuk beheer ook van bestaande wegen en water- 312

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 52