329 wet mag men beslist niet verder gaan dan aanwijzingen op grond van het landschapsplan tot wijziging van bestemmingsplannen mogelijk te maken, conform het gestelde in s onder d van dit Hoofdstuk. Met grote klem wijst de Werkgroep om bovengenoemde redenen de gedachte van een algemene landinrichtingswet af. Het spijt haar, dat zij haar positieve beschouwingen over de verhouding tussen ruilverkaveling en ruimtelijke ordening met een zo negatieve opmerking moet besluiten.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 69