334
voorbereidingsprogramma kan bovendien gelden, dat de vaststelling
van het voorbereidingsbesluit dan op eenvoudige wijze kan
geschieden door de C.C.C., zonder dat daarover eerst nog weer eens
de P.C.C. en G.S. behoeven te worden gehoord. Weliswaar dient
laatstgenoemde instantie de beide formele vereisten voor de
geldigheid van het besluit te kunnen toetsen, maar deze toetsing
kan gemakkelijk plaats vinden in het kader van de instellings
procedure voor de voorbereidingscommissie.
d. De instelling van de voorbereidingscommissie
Over de wenselijkheid van een wettelijke regeling omtrent
samenstelling en taak van de voorbereidingscommissie is in 3 en
4 van Hoofdstuk II reeds gesproken. Het spreekt vanzelf, dat ook
de instelling voor regeling in de wet in aanmerking komt. Mede in
verband met de voorgestelde personele unie tussen voorbereidings-
en uitvoeringscommissie en met het feit dat deze laatste commissie
toch al (ingevolge het huidige art. 51) door G.S. wordt benoemd,
ligt het voor de hand ook de voorbereidingscommissie direct al door
hetzelfde orgaan te laten instellen. Landelijke aspecten zijn bij deze
instelling niet betrokken, daar het hier toch ook om een plaatselijke
commissie gaat.
Te aangehaalder plaatse is tevens de suggestie gedaan de be
noeming van de leden voortaan te doen plaats vinden op voorstel van
de P.C.C.gehoord de burgemeesters en de landbouworganisaties.
Het spreekt vanzelf, dat het verzoek aan G.S. om tot instelling van
de commissie over te willen gaan dan ook het beste van de P.C.C.
kan uitgaan, zij het onder overlegging van het voorbereidings
besluit van de C.C.C. Over dit verzoek behoeven uiteraard de
burgemeesters en de landbouworganisaties niet te worden gehoord,
daar het een direct uitvloeisel is van evengenoemd besluit en dus
ook van het, na veelzijdig overleg vastgestelde, voorbereidings
programma.
Bij de behandeling van het verzoek tot instelling van een voor
bereidingscommissie dienen dus twee fasen te worden onderscheiden.
De eerste is die waarin G.S. het overgelegde voorbereidingsbesluit
moeten toetsen op zijn geldigheidsvereisten van ingediende aan
vraag en overeenstemming met het voorbereidingsprogramma. De
tweede fase bestaat dan uit het polsen van kandidaten en het horen
van burgemeesters en landbouworganisaties over hun benoeming.
e. Het verdere verloop van de voorbereidingsprocedure
De onder b, c en d voorgestelde drie fasen van de voorbereidings
procedure vormen tezamen nog slechts de aanzet tot de eigenlijke
voorbereiding van het plan van voorzieningen, zoals dat in het ruil
verkavelingsrapport gestalte moet krijgen en uiteindelijk na vast
stelling door G.S. in stemming moet worden gebracht. Strikt ge
nomen maakt ook die stemming nog deel uit van de voorbereidings-