345 dient dan behalve voor pacht ook voor zakelijke gebruiksrechten te gelden Wanneer de zakelijk gerechtigde zelf ook weer tot ver pachting mocht zijn overgegaan, wil de Werkgroep aan blote eige naar, zakelijk gerechtigde en pachter ieder één stem toegekend zien, terwijl ook elk van meer pachters één stem zou moeten hebben. Per slot van rekening gaat het bij het stemrecht naar aantal niet om de bepaling van een gelijk aantal stemmen per oppervlakte-eenheid, maar om het toekennen van een stem aan iedere belanghebbende. Wel zou dit stemrecht moeten worden beperkt tot maximaal twee stemmen per persoon, zodat de eigenaar-gebruiker, die tegelijk pachter is, geen drie stemmen krijgt. Het komt dus neer op het toekennen van één stem per onderscheiden belang, ongeacht de hoegrootheid daarvan. Tenslotten spreekt het vanzelf, dat voor het pachtersstemrecht dezelfde minimum-oppervlakte zou moeten worden vereist als voor het eigenaarsstemrecht, dus 10 of 25 are per pachter. Het daarom trent onder d opgemerkte geldt hier overeenkomstig. x) In dit verband heeft de Werkgroep zich wel afgevraagd of de blote eigenaar bij beklemming en bij eeuwig durende erfpacht nog langer stemrecht moet hebben, nu hij doorgaans zo weinig belang bij de ruilverkaveling heeft en ook niet meebetaalt. Bij ontneming van het stemrecht aan hem zouden de stemmen hetzij door de beklemde meier c.q. erfpachter moeten worden uitgebracht, hetzij door deze en de pachter, ieder met één stem. Zie echter over het beklemrecht nader 3 onder c van het volgende hoofdstuk.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 85