425
varianties samennemen om de totale invloed te beoordelen, en vindt
dan de uitdrukking:
tr 1.48 J (c/M)2 0.064"d\
waarin c de „vernier acuity" van de waarnemer is.
Men kan uit het waarnemingsmateriaal van Noetzli een analoge
curve berekenen (zie fig. n). De verschillen kunnen niet op bevre-
digende wijze worden verklaard, omdat er teveel onbekende
fysische omstandigheden optraden tijdens het waarnemen.
Washer's waarnemingen waren uitgevoerd gedeeltelijk over
parken en stadswijken; Noetzli's waarnemingen vonden plaats
op relatief grote hoogte in de bergen in een schone atmosfeer.
Tevens moet vermeld worden dat bij de samenstelling van de
componenten van de curve van Washer en Williams veronder
steld is dat er geen correlatie bestaat tussen de vergroting en afstand.
Dit is aanvechtbaar. Washer vermeldt dat de standaard deviatie
van het richten zomaar zonder enige aanwijsbare reden kan fluc
tueren tussen 0.6 en 1.2 sexagesimale secunden.
Met dezelfde restricties voor de nauwkeurigheid van richten
met interferentiepatronen kan eveneens een curve afgeleid worden.
In figuur n zijn de drie curven getekend voor een vergroting
65 en afstanden tot 2800 meter. Men ziet dat men op ongeveer 200
meter een snijding krijgt veroorzaakt door het feit, dat de nauw
keurigheid van de interferentiepatronen lineair constant is.
Figuur 12 laat deze regionen onder de 200 meter zien voor een
vergroting 40. Uit waarnemingen met vergrotingen kleiner dan 40
blijkt dat men per afstand dezelfde nauwkeurigheid van richten
bereikt, zolang als het interferentie-patroon helder genoeg blijft.
PRECISION OF POINTING MAGMIFICATIOH 65
Z.'
distance
metres
200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800 2000 2200 2400 2600 2800
Fig. ii