427 Ir. H. L. VAN GENT, Automatisering in de landmeetkunde De kanttekeningen van de hand van Ir. B. G. K. Krijger [i] bij „Automation in Geodesy" [2] geven mij alsnog aanleiding tot het maken van enige opmerkingen. Dat dit pas nu geschiedt, komt hoofdzakelijk door het feit dat de redactie van dit Tijdschrift de oktober-aflevering geheel voor andere doeleinden had bestemd. Een voordeel hiervan was dat ik in de gelegenheid was eventuele reacties op mijn pa-per tijdens het congres in London af te wachten. Ik ben bij mijn toelichting aldaar begonnen met een overzicht te geven van de door mij ingewonnen informatie die nodig was om mijn verhaal samen te stellen. Zeer vele collega's zijn mij daarbij behulpzaam geweest. Bij ca. 40 landmeetkundige organisaties in landen die bij de F.I.G. zijn aangesloten, en bij eveneens ca. 40 firma's die zich bezig houden met de vervaardiging van landmeet kundige instrumenten en/of hulpmiddelen voor de tekenzaal, heb ik door middel van een vragenlijst gegevens gevraagd over de huidige stand van de ontwikkeling in de landmeetkunde. Groten deels zeer uitvoerig. Verdere kennis over de automatisering in de landmeetkunde heb ik verkregen tijdens mijn bezoeken aan vele landmeetkundige instituten in verschillende landen. Littera tuurstudie completeerde tenslotte datgene wat ik voor het samen stellen van mijn bericht nodig oordeelde. Ir. Krijger is benieuwd te vernemen waarom bepaalde publi- katies onvermeld bleven. Daarvoor zijn verschillende oorzaken. In de eerste plaats kreeg ik tijdens het F.I.G.-congres in Rome de opdracht een vervolg samen te stellen op mijn daar ingeleverd overzicht over de automatisering in de landmeetkunde, dat de ontwikkeling in de periode 1965 t/m 1967 zou beschrijven. Daar naast bond het congresbureau in London mij aan een maximum aantal woorden van ca. 5000. Het is wel vanzelfsprekend, dat de auteur zich dan beperkingen moet opleggen. Daarom is bewust aangaande het automatisch rekenen veel onbesproken gebleven, omdat een uitgebreid rapport over dit onderwerp was te verwachten van de hand van Prof. Linkwitz. Eigenlijk is 3 van mijn paper A. Noetzli: „Untersuchungen über die Genauigkeit des Zielens mit Fem- rohren", Z.f.I. 1915. P. Richardus: „The application of diffractive light in Surveying", Proef schrift University of New South Wales 1963. F. E. Washer en H. B. Williams: „Precision of telescope pointing for outdoor targets", J. Opt. Soc. Am. 36, 1946. F. E. Washer: „Effect of magnification on the precision of indoor telescoop pointing". Bureau of Standards, Journal of Research (U.S.) 39-1947. Hoofd van het bureau van de fotogrammetrische dienst van het kadaster:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 15