428 slechts bedoeld om de cyclus meten rekenen tekenen groot tebepaling gesloten te houden. Ik gaf deze toelichting overigens ook in mijn rapport. In het bijzonder kon ik enkele publikaties van Nederlandse zijde onbesproken laten, omdat er nl. nog gelegenheid was daarop de aandacht te vestigen in het nationale rapport van commissie 5 [3]. Ik meen dat wij dat ook in voldoende mate hebben gedaan. Wat de automatisering van de meting betreft, geef ik direct toe dat het door Dr. Lang ontwikkelde procédé wellicht niet ideaal is; het is evenwel op dit ogenblik het enige goed functionerende systeem waarbij de automatiseringsketen gesloten is. De gewichts verhouding tussen automatisch rekenen en automatische registratie van meetgetallen is niet exact vast te stellen. Toch moet het gewicht van deze automatische registratie niet worden onderschat. Uit eigen ervaring kan ik meedelen, dat een foute registratie van meetgetallen met de hand er zeer dikwijls de oorzaak van is, dat men aan (automatisch) rekenen helemaal niet toe komt, maar zijn tijd verspeelt met het opsporen van meetfouten. Gaarne zou ik hier nog eens willen herhalen was collega Eisele (Duitsland) in dit verband opmerkt. (Zie litteratuurverwijzing no. 32 van mijn rapport.) „Die Erfahrungen bei den Kode-Theodolit-Messungen ergaben, dass der Anteil der menschlichen Fehler bisher zu niedrig einge- schatzt wurde. Da sie bei dem Kode-Theodoliten fast völlig ent- fallen, ist die Zuverlassigkeit der Messwerte frappierend hoch. Dadurch ergibt sich auch eine konstante Genauigkeit, die wesentlich höher liegt, als sie nach den technischen und vor allem mathe- matischen Gegebenheiten zu erwarten war. Sie liegt so hoch, dass nach einem grosseren Beobachtungszeitraum vermutlich ohne Genauigkeitseinbusse die Anzahl der Anzielungen verringert werden kann". Hieruit zou men toch wel de gevolgtrekking mogen maken, dat de voordelen van automatische registratie van meetgetallen veel groter zijn dan oppervlakkig lijkt. Over het automatisch rekenen nog het volgende. In Nederland zijn er op dit ogenblik 43 firma's, die tezamen 60 rekencentra exploiteren. Er wordt daartoe gebruik gemaakt van 105 computers in 47 typen, afkomstig van 17 verschillende fabri kanten. In de meeste andere landen waar elektronisch rekenen is ingevoerd, treft men iets dergelijks aan. Slechts weinige van deze rekencentra zijn werkelijk gespecialiseerd. Het lijkt mij, dat daardoor zeer veel programmeerwerkzaamheden meervoudig worden verricht: De uitwisselbaarheid van de programma's is nog steeds minimaal. Voor zover daarin verbetering komt, heeft dat slechts betrekking op de verschillende typen computers van bepaalde firma's. Aan de uitwisselbaarheid van programma's voor computers van verschillend fabrikaat wordt weliswaar aandacht besteed, maar dit betekent niet dat die uitwisselbaarheid binnenkort een

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 16