442
a) navigatie, waaronder te verstaan alle positiebepalingen van
schepen voorafgaand aan het plaatsen van het booreiland;
b) het inmeten van het booreiland nadat het op de hoorplaats is
opgesteld.
Deze beide problemen kunnen geheel afzonderlijk worden
behandeld, maar de kosten die aan de plaatsbepaling zijn verbonden
maken het meestal wenselijk de beide problemen samen tot een
oplossing te brengen.
Alvorens tot een boring wordt besloten zal hieraan voorafgaan
een geofysisch onderzoek en een gecombineerd diepte- en bodem
onderzoek.
Voor het geofysisch onderzoek dat zich over een groot gebied
uitstrekt wordt de kaartschaal i 100 ooo gebruikt, voor het
detailonderzoek de schaal i 10 ooo. Het op zijn plaats brengen
van het booreiland is een ingewikkelde handeling waarvoor een
patroon van hulpboeien moet worden gelegd. De werkkaart op
schaal i 10 ooo is hiervoor geschikt.
Om een indruk te geven van het geofysisch onderzoek dat is
voorafgegaan aan de boorperiode kan gezegd worden dat in een
periode van 8 jaar ongeveer 70 000 waarnemingen werden verricht
waarvan de plaats moest worden bepaald. Dit werk is geheel
uitgevoerd met de Decca survey chain Sea Search ondersteund
door waarnemingen op de navigatie chains 5, 7 en 9. Vóór 1965
waren deze waarnemingen onontbeerlijk voor de lane-identificatie.
Als we bedenken dat de zenders op honderden kilometers afstand
van het werkgebied staan en bovendien nog vaak ver landinwaarts
dan kan men grote vaste fouten verwachten en kaartering in de
patronen zal niet altijd leiden tot het juiste lane-nummer.
Op de studiedagen in 1959 en 1967 is door Van der Schaaf
behandeld de constructie van Decca- en Hi-Fix patronen. Op grond
van ijkmetingen is voor de Decca chains op de Noordzee de voort-
plantingssnelheid van radiogolven zodanig gekozen dat berekende
en gemeten patronen zo goed mogelijk met elkaar in overeen
stemming zijn gebracht (fig. 2).
De seismische programmalijnen zijn in geografische coördinaten
uitgepast van de kaart en met behulp van het gewenste schotpunt-
interval in rekenautomaat en Calcomp-tekenautomaat tot track-
plotrollen verwerkt, waarmee de navigatie wordt uitgevoerd. Uit
de waargenomen Decca-coördinaten, schip-schot richtingen en
afstanden worden via reken- en tekenautomaat de schotpunten
gekaarteerd. De controle op lane-identificatie werd uitgevoerd
door de zogenaamde kruisingencontrole. Ter plaatse van een kruising
van 2 seismische lijnen werden de scheepsposities in Sea Search
en in een main chain gekaarteerd.
Indien de lane-identificatie juist is moet de kruising in beide
systemen hetzelfde situatiebeeld geven. De kaarteringen worden
uitgevoerd op trackplot-paper en een eventuele lane-correctie is