450 gesprekken die niet tot oud-bestuursleden beperkt hoeven te zijn. (De opkomst was hoog; ongeveer 70%). Aangezien deze eerste bijeenkomst tamelijk informeel was, kwam het niet tot zeer diep gaande discussies. Gesproken werd over het persoonlijk rendement van de opleiding in de diverse werkkringen. Enige spreiding trad op tussen hen die wel en niet in de conventionele geodesie werkzaam waren. Een discussie ontspon zich rond de vraag of een „brede" dan wel „smalle basis" vereist wordt. De elementaire vraag blijft wat het doel is van de opleiding tot geodetisch ingenieur. (Een oplossing werd uiteraard niet gevonden.) Gepleit werd ook voor een 4-jarige opleiding met post-academiale voortzetting. Gezien de actualiteit werd gesproken over het „nut" van het praktisch halfjaar. Hoewel er zeker waardevolle aspecten zijn aangewezen was men over het algemeen de mening toegedaan dat het „nut" nogal klein is. Op het ogenblik is er een rapport van de Staf en van Snellius („Pi/2j"). De onderafdeling zal te zijner tijd zijn standpunt bepalen en men hoopt in een plenaire discussie tot een oplossing te komen. Men was het er over eens dat de mening van de niet-universitaire wereld van belang is. Kontakt met een bereikbare achterban leek „Snellius" op deze wijze te realiseren. Doch men wil ook in N.L.F.- verband een „bouwsteen aandragen". Over het algemeen werd de bespreking ondanks de kleine voor bereidingsmogelijkheid positief beoordeeld. Een volgend maal zullen van tevoren informatie en discussiepunten worden toege zonden aan een groter aantal geodeten. Hun schriftelijke reactie zal begin-informatie worden. Een verslag van de bijeenkomst werd in de Kontaktraadsvergadering van 5 november 1968 besproken. J. L. Martens, voorzitter J. Denekamp, secretaris Boekbespreking Weikko A. Heiskanen and Helmut Moritz. Physical Geodesy: 364 pag., 1967. W. H. Freeman and Company, San Francisco and London. Tien jaren na het verschijnen van „The Earth and its gravityfield" van de hand van W. A. Heiskanen en F. A. Vening Meinesz, publiceert eerstgenoemde schrijver thans, te samen met Helmut Moritz, hoogleraar in de astronomische en fysische geodesie aan de Technische Universiteit van West-Berlijn, een nieuw standaardwerk op het gebied van de fysische geodesie, waarvan de inhoud een veel meer wiskundig karakter draagt. De inhoud weerspiegelt duidelijk datgene, wat gedurende de laatste 10 jaren aan theoretische beschouwingen over de vormbepaling van de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 38