456 Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde Notulen van het openbaar gedeelte van de Algemene Vergadering gehouden op 18 oktober 1968 te Rotterdam. Aanwezig volgens de presentielijst 102 leden en buitengewone leden, te weten: Avenarius, Baarda, Bakker, Barth, v. Beek, Berends, v. d. Berg v. d. Berge, v. Berk, J. H. B. v. Beukering, J. M. v. Beukering, Beuk- man, v. Biesen, Bloemena, Boer, Bonekamp, Bruinsma, Docters v. Leeuwen, Doekes, Doornbos, Dijkstra, Edel, Eggen, Eggink, Ferwerda, v. Gent, v. d. Graaf, H. H. de Groot, den Hamer, Hel- mendach, Hemmes, Henkel, Hennink, Henssen, Hey, Hol, Homan, Ilsen, Jansen, Jasperse, Joosten, Koen, de Koning, Koopman, Lamers, v. Lent, Lodewijks, Makkinga, Mantel, Marissen, Massink, Meyer, Middel, v. d. Molen, MolnAr, Moor, Morrema, v. d. Most, E. Muller, te Nuyl, Outmans, Pieterson, Pollen, Polman, Poortman, Prinsen, Pronk, Quist, Resink, de Ridder, Roelofs, v. Roermund, Rogge, Roos, Ruitenbeek, G. H. M. Sanders, v. d. Schaaf, E. J. Schipper, L. Schipper, School, Slagman, Smit, Snijder, J. K. B. Sonnenberg, Stoorvogel, Stuurman, v. d. Tak, Tamminga, Terpstra, Timmerman, I. P. Toussaint, P. J. Toussaint, Ultee, Vermeulen, Vink, Visser, de Vos, de Vries, Westerbeek, Wiersma, D. v. d. Wulp, P. v. d. Wulp. 1. Opening De voorzitter, Ir. A. H. van der Most, opent rond 12.00 uur de vergadering en verwelkomt de aanwezigen, meer in het bijzonder de buitengewone leden. Hij wijst er op dat onze vereniging dit jaar haar standpunt zal hebben te bepalen ten aanzien van omstandigheden, die zich gedurende haar ge hele bestaan nog niet hebben voorgedaan, nl. die welke verband houden met de beslissingen, die ten departemente genomen moeten worden inzake de plaats van de kadastrale dienst binnen het ambtelijk bestel. Juist hierom acht hij de opkomst van zovele buitengewone leden van veel belang. Hierna nodigt de voorzitter de vergadering uit met hem te willen gedenken de leden, oud-leden en oud-collega's, die sinds de vorige Algemene Vergade ring zijn overleden: Mr. ir. C. G. van Huls, Mr. ir. S. M. Meelker, W. Visser, A. Timmerman, G. ter Beeke, P. W. Hamelberg en G. W. Kloos terboer. Aan hen worden enkele ogenblikken van stilte gewijd. Gelukwensen richt hij daarna tot de collega's R. Wels en Ir. C. C. J. Hol en het buitengewone lid Mr. D. P. A. Nakken in verband met hun benoeming tot Officier in de orde van Oranje-Nassau. Terugkomende op hetgeen hij opmerkte betreffende de reorganisatie van de kadastrale dienst, noemt de voorzitter de periode waarin wij thans verkeren wellicht kritiek. Dat wil ook zeggen dat van ons allen een kritische instelling in de juiste zin van het woord is vereist en dat wij ons er zeer goed van bewust moeten zijn wat van fundamenteel belang is, op welke punten genuanceerd kan worden gedacht en waar, omdat het kadaster en de openbare registers een dienende taak hebben en geen doel zijn in zichzelf, het algemeen belang moet prevaleren boven hetgeen wellicht van deze zijde als het meest gewenst wordt geacht. Hij geeft daarna de stand van zaken, ten aanzien van de plaatsbepaling van het Kadaster, voor zover bekend, weer. Het Bestuur heeft bij haar stellingname overwogen, dat qua doelstelling eigenlijk geen enkel ministerie duidelijk de voorkeur heeft. Weliswaar komt via het Openbaar Register, het Ministerie van Justitie spoedig aan de orde, maar dit ministerie lijkt voor een overwegend technische dienst geen aanvaardbaar onderdak. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken is, als een algemeen en neutraal

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 44