461 de Belastingdienst gewaarborgd is door o.a. instelling van eigen stafafdelingen personeel en organisatie. De heer van Berk vraagt of er een idee bestaat inzake een mogelijke formatie bij Financiën. De voorzitter antwoordt hem dat dit mogelijk een plaatsing onder de Secretaris-Generaal naast Domeinen zou kunnen zijn, hetgeen het Bestuur gegeven een handhaving van de dienst onder Financiën, minder wenselijk voorkomt. Ir. Hey meent dat teveel nadruk is komen te liggen op de emotionele overwegingen; er zijn, volgens hem, voldoende zakelijke argumenten aan wezig. De voorzitter antwoordt hem dat de zakelijke argumenten reeds voldoende in eerder geproduceerde stukken zijn neergelegd, zodat aan de vertrouwens sfeer die zou moeten bestaan tussen dienstleiding en personeel, op dit moment wel grote aandacht moet worden geschonken. De heer Visser zou liever over sociaal-psychologische overwegingen willen spreken in plaats van over emotionele overwegingen. Ir. Hey vraagt nog welke alternatieven ten departemente besproken zijn. De voorzitter noemt achtereenvolgens de Ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken, waarbij de plaatsing wellicht minder eenvoudig zal zijn; voorts het Departement van Financiën waarbij de vorming van een eigen lijnorganisatie naast de Belastingdienst rechtstreeks onder de Staatssecretaris of naast Domeinen onder de Secretaris-Generaal tot de mogelijkheden zou kunnen behoren. Ir. Ilsen wijst op de conclusies van de commissie Hof nl. de noodzakelijke samenhang tussen de bewaringen en het landmeetkundig gedeelte van het Kadaster en voorts de wenselijkheid van formering van een eigen Rijksdienst. Hij is van mening dat dit de voornaamste wensen zijn. Ir. Lodewijks onderstreept nog de wenselijkheid de nieuwe organisatie bij een ander Departement, met name dat van Volkshuisvesting en Ruimte lijke Ordening, onder te brengen. 7. Inleiding door de heer J. M. de Graaff, adjunct directeur van de Unie van Waterschapsbonden, getiteld: „Automatisering van de lastenheffing op onroerend goed". De spreker houdt een algemene inleiding over het begrip automatisering en het doel daarvan, in het bijzonder bij de uitoefening van de overheidstaken. Dit doel is te komen tot een betere dienstverlening door het overheidsapparaat en een verlaging van de kosten van de verschillende door de overheid te verrichten diensten. Teneinde de daarbij te gebruiken computers optimaal te benutten is er behoefte aan veel en hoog gekwalificeerd personeel. Hiervoor is een goede opleiding nodig waarover nog dit jaar door de Commissie Opleidingen zal worden gerapporteerd, met name over het bijbrengen van computerkennis op scholen voor middelbaar en hoger onderwijs. Voorts bestaan er dienstopleidingen waarbij gebruik wordt gemaakt van de diensten van het Studie-centrum voor Administratieve Automati sering te Amsterdam. Inleider noemt terloops de voordelen verbonden aan het gebruik van een algemeen administratienummer voor personen. Na een beschrijving van ontstaan en ontwikkeling van informatie ver werkende machines, geeft hij de stand van zaken bij de overheid in Nederland weer. Er zijn thans 160 computers in bedrijf bij het Rijk, de staats bedrijven en de semi-overheidsdiensten. Van de zijde van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is het initiatief ontwikkeld de gemeentelijke automatiseringsactiviteiten in regionale groeperingen te bundelen. In verband met de bestuurlijke en organisatorische problemen van de automatisering zullen ook contactbijeenkomsten worden gehouden met vertegenwoordigers van het Rijk, de Provincies en de Gemeenten.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1968 | | pagina 49