462
Daarna gaat de spreker in op het systeem van lastenheffing door water
schappen. Hierin spelen de kadastrale gegevens een belangrijke rol. De opzet
en bijhouding daarvan zijn sinds de oprichting van het Kadaster weinig
gewijzigd. Geboren uit een revolutie, is er blijkbaar een nieuwe revolutie
nodig om te komen tot gebruikmaking van de moderne middelen van
mechanisatie. Er zijn wel enkele proeven genomen b.v. t.b.v. de ruil
verkaveling ,,de Lollebeek", maar daarbij is het tot nu toe gebleven.
In verband daarmee is de waterschapswereld zelf tot onderzoek van
de mogelijkheden overgegaan. De Unie van Waterschapsbonden heeft
een centrale voor het vervaardigen van kohieren met behulp van ponskaarten
ingesteld. Vanaf 1953 werden op deze wijze aanslagbiljetten, kohieren,
oproepingsbrieven en kiezerslijsten opgesteld. Waren er aanvankelijk
bezwaren in verband met de overgang van vervaardiging met de hand
op mechanische vervaardiging, later werd in verband met het ontstaan
van vacatures, de toenemende hoeveelheid werk etc., dit bezwaar kleiner.
Thans is ook in ontwikkeling de samenwerking bij inning van waterschaps
lasten van waterschappen met eenzelfde territoir en dezelfde omslagplich-
tigen b.v. in het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier.
Ook wordt de verwerking van de binnengekomen heffingen nog verge
makkelijkt door gebruik te maken van voorgeponste accept-giro kaarten.
Spreker vindt de instelling van één kohierencentrale per provincie niet
denkbeeldig; een volgende stap is de mogelijkheid om op basis hiervan
ook voor anderen b.v. Gemeenten, aanslagen te vervaardigen.
Hij meent echter dat de belastingheffing op onroerend goed met name
wegens de bijhouding zeer gebaat zou zijn bij een automatisering van wat
spreker het Rijkskadaster noemt. Er is op dit gebied thans een onderzoek
gaande betreffende de mogelijkheden van „onroerend goed documentatie",
waarbij op dit moment aan de orde is, welke diensten of instellingen thans
belang hebben bij het verkrijgen van die informatie.
De voorzitter dankt de spreker voor zijn inleiding en geeft gelegenheid
tot het stellen van vragen.
De heer Joosten merkt op dat de heer de Graaff zich alleen heeft
bezig gehouden met het fiscale aspect; er is echter ook een juridisch-admini-
stratief aspect.
Thans is het zo dat de gewenste informatie op verschillende plaatsen
gevonden moet worden nl. in het Openbaar Register betreffende zakelijke
rechten en Hypotheken en in het Losbladig Register betreffende erfdienst
baarheden (deze laatste zonder volledig te zijn). Een analyse van de gewenste
gegevens is nodig om deze snel toegankelijk te maken. Dit laatste kan dus
door storage (wijze van opslaan) en retrieval (analyse van het gevraagde)
worden bevorderd.
De heer Boot, employé van de I.B.M., deelt mee dat in de toekomst de
gevraagde informatie wel via de beeldbuis kan worden verkregen. De
voordelen en vereisten zijn een gemakkelijke toegang en een gemakkelijke
vraagstelling.
De heer Ilsen wijst op de moeilijkheid van het rechtsinstituut „verjaring"
voor deze gegevens hetgeen voor de heer Joosten aanleiding is om te zeggen
dat de opgeslagen en geraadpleegde gegevens dan maar met de nodige
restricties moeten worden gehanteerd.
De voorzitter meent dat eerst code en getallen van het perceel toegankelijk
gemaakt moeten worden en pas daarna de bijbehorende tekst van het
overgeschreven stuk.
Volgens de heer Joosten behoeft ook het titelonderzoek een nadere
omschrijving.
De heer Visser meent dat gestart zou kunnen worden met mechanisering
van het fiscale deel, het juridisch administratieve aspect zou later aan de
orde kunnen komen.
De heer Joosten antwoordt dat dit gemakkelijk is maar daarmee is er
geen oplossing voor de raadpleging van de tekst gevonden.
Ir. Rogge is van mening dat het gevaarlijk is van het klein in het groot