9 de bedoelde vloeistofkolom tussen de twee polen van een elektrische condensator te leiden, zodat de capaciteit daarvan met de hoogte van de kolom varieert en kan worden overgebracht op een wijzer. De statoscoop van Wild is gebaseerd op een geheel ander principe, namelijk dat van de bekende doosbarometer. Hetzelfde is het geval met de zeer recent op de markt gekomen statoscoop, die de naam draagt van Regiskop van Zeiss-Jena. De afleesnauwkeurigheid van deze statoscopen is van de orde van 0,5 meter, de bereikbare nauw keurigheid in de bepaling van vlieghoogte-variaties hangt sterk af van de atmosferische omstandigheden maar is van de orde van enkele meters. De statoscoop zou eigenlijk bij elke aerotriangulatie van enige omvang gebruikt moeten worden, want in tegenstelling met de horizoncamera is de statoscoop een buitengewoon betrouw baar instrument dat op heel eenvoudige wijze uitermate belangrijke informatie levert ten behoeve van de aerotriangulatie. Dit wat de opname betreft, waar ,,en passant" nog aan toegevoegd kan worden, dat er vorderingen zijn gemaakt op het gebied van de kaartering uit kleurenfoto's. Nu dan de uitwerking van de opnamen tot een kaart, met dien verstande, dat daarbij de instrumenten buiten beschouwing zullen blijven, omdat deze in een ander artikel in deze aflevering zullen worden behandeld. In de eerste plaats moet hier melding gemaakt worden van een moderne tak van de fotogrammetrie, de analy tische aerotriangulatie, wellicht beter nog genoemd de numerieke aerotriangulatie. Hiermee gaat men eigenlijk terug naar de situatie in de beginperiode van de fotogrammetrie toen men nog niet over het instrumentarium beschikte dat men op het ogenblik heeft, en langs rekenkundige weg tot zijn doel trachtte te komen. Dat dit toen niet lukte was te wijten aan het feit dat de hoeveelheid reken werk al gauw van een dermate grote omvang gaat worden dat men er praktisch niet doorheen komt. Deze moeilijkheid heeft geleid tot de constructie van de analoge instrumenten waarmee men de opname-situatie nabootst en aldus numeriek rekenwerk ontgaat. De opkomst van de elektronische computer of rekenautomaat in de na-ooriogse jaren heeft de fotogrammeter weer terug doen grijpen naar die oude gedachtengang, omdat met deze rekenautomaten de oude bezwaren niet meer gelden. Het zijn verschillende overwegin gen die ertoe hebben geleid de numerieke triangulatie weer op te nemen, in het bijzonder foutentheoretische overwegingen. Het basismateriaal voor de numerieke aerotriangulatie is buitengewoon eenvoudig en in beginsel ook bijzonder eenvoudig te verkrijgen, namelijk rechthoekige coördinaten van fotopunten gemeten in het vlak van de foto. Het instrument om die gegevens te verkrijgen is dus in principe niets anders dan een rechthoekige coördinatograaf of liever gezegd coördinatometer, gewoonlijk echter comparator genoemd. Het is duidelijk dat een dergelijk instrument een veel grotere nauwkeurigheid in het meetresultaat kan waarborgen dan de analoge instrumenten, die immers tot taak hebben om een

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 11