kappa de y-parallax in elke der beide hoofdpunten geëlimineerd. Pas hierna wordt de Stereomat (dus het automatiserend systeem) ingeschakeld. De beide opnamen worden dan electronisch afgetast, elk door een in zijn vlak geprojecteerde „flying light spot", af komstig van een kathodestraalbuis. De beide kathodestraalbuizen werken synchroon; in eerste instantie zijn de aftastings-patronen op beide opnamen geheel gelijk. Het zwaartepunt van elk aftastings- patroon komt steeds overeen met de plaats waar de waarnemer (die op elk moment kan kijken wat er gebeurt en eventueel kan ingrijpen in het automatische proces) het meetmerk ziet. Door elektronische vergelijking van een serie zwartings-verschillen doorlopen in de ene foto, met die doorlopen in de andere foto, zijn x- en y-parallaxen vast te stellen. In feite gebeurt dit aan de hand van de gemiddelde fase-verschillen tussen de twee electrische signalen, die door de twee lichtstralen, in achter de opnamen geplaatste photo-electrische cellen, worden opgewekt. Door nu een programma in te stellen waarbij de fase-verschillen in x-richting (dus %-parallaxen) worden geëlimineerd door een Z- verandering van het door de straalstangen ingesneden punt (zie figuur i) en tevens een tweede programma, nl. dat voor automatische relatieve oriëntering, waarbij het punt achteréénvolgens naar vijf (vooraf bepaalde) plaatsen in het model wordt gestuurd, terwijl de y-parallax in elk der vijf punten automatisch wordt weggenomen met een bij dat punt behorend (vooraf vastgelegd) oriënterings element, kan de relatieve oriëntering, in zes iteraties, zonodig gevolgd door een vereffening van de restparallax in punt 6, in 6 a 10 minuten (automatisch) worden uitgevoerd. De absolute oriëntering gebeurt Fig. i.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1969 | | pagina 28