4 of 8 mm) zodanig dat de fouten t.g.v. terreinhelling (over de
sleufbreedte) niet groter zijn dan bv. o.i a 0.2 mm (in de orthofoto).
Het spreekt vanzelf dat, hoe breder de sleuf wordt gekozen, des
te vlugger de orthofoto wordt geproduceerd (normale productie
tijd: tussen 2 en 5 uur, afhankelijk van sleuf breedte en sleuf snelheid,
afgezien van de tijd nodig voor relatieve en absolute oriëntering
van het model).
De afmeting van de sleuf in de richting van de sleufbeweging
(Y) kan klein gehouden worden (bv. 0.5 mm) maar moet bij een
zekere belichtingssterkte en sleufsnelheid zó zijn dat het foto
grafisch materiaal voldoende belicht wordt.
Het stereo-model wordt dus in banen afgetast, en fotografisch
(via één der opnamen) vastgelegd. Zie figuur 3.
3.2 Diverse instrumenten voor differentiële ontschranking
De Orthophotoscope van Bf.an (prijs ongeveer: 25.000) en
soortgelijke instrumenten, zoals de Russische Slit-Rectifier (1958),
de Franse „Orthophotographe" (1965) en de Duitse Zeiss Ortho 3
Projector, produceren alleen orthofoto's; hoogten (in de vorm van
„dropped lines") worden niet vastgelegd. Dit laatste is wel het
geval met de Zeiss GZ-i Projector (die aan bv. de Zeiss C8 of aan
de Zeiss Planimat gekoppeld kan worden), welke in 1964 op de
markt verscheen (prijs ongeveer 45.000) en met de Jena Topocart-
Orthophot combinatie (1968, prijs ongeveer 35.000). Beide in
strumenten leveren orthofoto's van hoge fotografische en meet
kundige kwaliteit, waarbij de waarnemer die, terwijl het meet-
merk automatisch zijn meander-patroon door het model vervolgt,
dit meetmerk voortdurend „op de grond" moet houdenhet grootst
mogelijke comfort ondanks zijn „dwangpositie" wordt geboden.
Voor de beschrijving van deze instrumenten moge hier naar de
literatuur worden verwezen.
Beide instrumenten leveren tijdens de orthophoto-projectie, als
een soort bijproduct ook dropped lines, waaruit hoogtelijnen zijn
te construeren. Door de dikte van deze dropped lines, bij elke
kruising met een niveau van een hoogtelijn, systematisch te ver-
30
Fig- 3-
