33
gesneden punt en volgt de planimetrische bewegingen (dus de
gedwongen beweging in Y, en de A-overstappen aan de beide
einden van de banen) hiervan. Alle drie kathodestraalbuizen werken
synchroon en op dezelfde wijze, doch de aftastings-patronen,
beschreven door elk der beide „vliegende" lichtpunten op het
daarbij behorende diapositief, worden automatisch vervormd
(volgens een zeker programma) om de invloed van de fotohellings-
componentën en van de terreinhellingscomponenten op de geometrie
van elk der beide diapositieven te compenseren, ten einde een
optimale correlatie te verkrijgen.
Het aftastingspatroon van de derde kathodestraalbuis (de zgn.
orthofoto-,, print er") blijft echter onvervormd en stelt daarom de
ontschranking van de beide andere aftastingspatronen (in de dia
positieven) voor. Door nu de intensiteit van het vliegend lichtpunt
in de derde (orthofoto producerende) buis te moduleren met het
signaal van bijvoorbeeld -de rechter foto-cel, en het beeld op
het scherm van de buis te fotograferen, ontstaat op optisch-
elektronische wijze een orthofoto van de rechter opname. Deze
orthofoto heeft dus de schaal van het stereo-model en is verder,
t.o.v. de oorspronkelijke opname, niet alleen gecorrigeerd voor
foto-helling en differentiële schaal, maar ook voor de gemiddelde
plaatselijke terreinhelling. I.v.m. dit laatste worden de fouten t.g.v.
een zekere sleufbreedte dus sterk gereduceerd. Dit is bij de Zeiss-
LENS
L2
DROPLINE
CATHODE RAY
TUBE T2
WINE
(VISIBLE WHEN
INTENSIFIED)
ORTHOPHOTO
PRINTING TUBE T1
HALF SILVERED
MIRROR
TWO COLOR
SENSITIVE EMULSION
-rig. D.