40
weerszijden hiervan. De twee afstandjes worden terrestrisch ge
meten en geven dan een snelle check op eventuele verstoring van
de schijven vóór de vlucht. De twee extra schijven dienen óók als
„wijzers" naar het aan te meten punt.
De publicaties van van Gent en Zeghuru beschrijven de
organisatie van de analytisch-fotogrammetrische werkzaamheden
in hun diensten.
Orthofoto's t.b.v. kadastrale opneming worden bv. toegepast in
Iran; ze worden daar geproduceerd in de S.F.O.M. Orthophoto-
graphe. In Iran is men met kadastrale opneming begonnen in de
vlakke gebieden en wel aan de hand van conventioneel ontschrankte
opnamen. Thans vervolgt men met dezelfde procedure voor niet-
vlakke gebieden, doch met orthofoto's i.p.v. ontschrankte opnamen.
Op het Congres te Lausanne waren ook twee publicaties van de
O.E.E.P.E., Commissie C, die experimenten uitvoert met stereo
modellen met veel gesignaliseerde punten.
Een rapport van het Bundesamt te Wenen beschrijft de ver
gelijking tussen de resultaten van stereomodellen uit diapositieven
van filmnegatieven met die uit diapositieven van glasnegatieven
(OEEPE testgebied Oberriet). Gevonden werd dat de nauwkeurig
heid van affien getransformeerde planimetrische model-coördinaten
van „film" opnamen gelijk was aan die van conform (of affien, er
was daartussen geen verschil) getransformeerde „glas" opnamen
(Conform getransformeerde coördinaten van „film"-opnamen
waren 3°% slechter). Dit bevestigde de eerdere ervaringen van het
Bundesamt dat, aan de hand daarvan, reeds was overgeschakeld
van glasopnamen (met de RC 7 camera) naar filmopnamen (RC 8).
Het tweede rapport beschrijft de voorlopige resultaten van het
O.E.E.P.E. testgebied Reichenbach. Hier is gefotografeerd met
zowel de RMK 21/18 camera, de RMK 15/23 als met de dubbel-
convergente tweelingcamera RMK 21/18. Enkele interessante
resultaten zijn:
a) de resultaten van de convergente tweelingcamera zijn 15%
slechter dan die van de andere film camera's.
b) de resultaten van de metingen in stereo-comparatoren zijn 30%
beter dan die in analoge stereo-instrumenten.
c) er is een zéér grote correlatie tussen de drie maal, onafhankelijk,
herhaalde metingen van elk stereopaar. De fouten schuilen dus
hoofdzakelijk in de glaspositieven, m.a.w. in de fotografische op
name (refractie, lensfouten, niet-vlak liggen van de film) en in
het fotografisch materiaal (negatief film, donkere kamer werk
zaamheden, diapositief)
4.1. 3 Fotogrammetrie t.b.v. wegenbouw.
Bij de wegenbouw zijn in het algemeen drie fasen te onderscheiden,
waarbij verschillend kaartmateriaal wordt verlangd.
Voor de eerste fase, de planning, kan met kaarten 125.000-